3.2 lezen herhalen (2hv)

Lezen 3.2 
Betoog 
Mening en argumenten
Tekstverband oorzaak/gevolg en de signaalwoorden die hierbij horen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen 3.2 
Betoog 
Mening en argumenten
Tekstverband oorzaak/gevolg en de signaalwoorden die hierbij horen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
- Je weet wat het doel van een betoog is.
- Je weet hoe een betoog is opgebouwd. 
- Je weet wat een feit is.
- Je weet wat een mening is.
- Je herkent een oorzakelijk tekstverband en weet welke signaalwoorden bij dit verband horen.



Slide 2 - Tekstslide

Wat is een betoog?
  • De schrijver geeft zijn mening over een bepaald onderwerp
  • De schrijver wil je overtuigen van zijn mening d.m.v. argumenten
  •  Betogen hebben een driedeling:
  • inleiding: onderwerp + mening schrijver
  • kern: toelichting met argumenten
  • slot: conclusie / samenvatting

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden betogende teksten
  • beoordeling
  • betoog
  • opiniestuk (opinie = mening)
  • filmrecensie
  • ingezonden brief
  • ...

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het doel van een betoog?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 5 - Quizvraag

In welk deel van een betoog staan de argumenten?
A
inleiding
B
kern
C
slot

Slide 6 - Quizvraag

Hier vind je een mening en een argument. Welk van de twee is het argument?
A
Alle presentatoren zijn knalgoed.
B
Radio 3FM is mijn favoriete zender.

Slide 7 - Quizvraag

Hier vind je een mening en een argument. Welk van de twee is het argument?
A
WAV heeft al weer een trainer ontslagen.
B
Het gaat snel bergafwaarts met WAV.

Slide 8 - Quizvraag

Hier vind je een mening en een argument. Welk van de twee is het argument?
A
Jongeren die overlast geven, moeten stevig worden aangepakt.
B
Anders wordt deze buurt onleefbaar.

Slide 9 - Quizvraag

Feit
Mening

Ik vind dat in Nederland veel heuvels voorkomen.

Limburg heeft heuvels, Groningen is helemaal vlak.

Een fluohesje dragen in het verkeer is veilig.
 
Een bezoek aan een museum is altijd boeiend.

Wat een prachtig doelpunt!

Jeroen zegt dat Nederlands een ontzettend saai vak is.

Slide 10 - Sleepvraag

feiten en meningen
Feit = iets wat werkelijk zo is of wat werkelijk gebeurd is. 
         = kun je controleren

Mening = wat een persoon ergens van vindt. 
                 = verschillen vaak. 
                 = standpunt, oordeel, opinie, opvatting.

Slide 11 - Tekstslide

 tekstverband: oorzaak/ gevolg
Er stond geen zuchtje wind (=oorzaak). Daardoor kwamen de zeilboten niet vooruit (=gevolg).

Signaalwoorden: doordat, zodat, daardoor, waardoor, met als gevolg...

Slide 12 - Tekstslide

Maak zelf een zin met oorzaak/gevolg. Gebruik één van de signaalwoorden.

Slide 13 - Woordweb

Hoe goed begreep je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Einde!
Ga nu aan de slag met de extra leestaak op bladzijde 136+137!

Slide 15 - Tekstslide