In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
De temperatuurfactoren
Slide 1 - Tekstslide
Doelen:
Na deze les weet je:
wat de 5 temperatuurfactoren zijn
hoe elk van deze temperatuurfactoren de temperatuur op aarde bepalen (van de eerste 3 factoren)
Hoe een combinatie van deze factoren ervoor kan zorgen dat het ergens kouder of warmer is dan je zou denken
Slide 2 - Tekstslide
De 5 temperatuurfactoren op een rij.
Hierna worden ze een voor een uitgelegd.
Breedteligging
Hoogteligging
Ligging ten opzichte van de zee
Aanvoer van koude of warmte door wind of water
Ligging van gebergten
Slide 3 - Tekstslide
Breedteligging
De afstand van een plek tot de evenaar.
Hoe dichter bij de evenaar, hoe warmer.
Plaatsen op lage breedte hebben een hogere temperatuur
Bekijk (een van) de volgende filmpjes. Ze gaan allemaal over breedteligging en temperatuur.
Slide 4 - Tekstslide
0
Slide 5 - Video
0
Slide 6 - Video
Bekijk de animatie op de volgende slide
Wat zie je?
Slide 7 - Tekstslide
https:
Slide 8 - Link
Hoe komt het dat het op de evenaar warmer is dan bij de polen? Antwoord fout? Klik op de rode knop...
Dicht bij de evenaar (op lage breedte) schijnt de zon loodrecht op de aardbol. Hierdoor wordt maar een klein stukje opgewarmd. Dit kleine stukje wordt erg warm.
Dichtbij de polen (op hoge breedte) komen de zonnestralen schuin op de aardbol terecht. Hierdoor wordt een groter stuk aardoppervlak opgewarmd. Dit duurt langer, en het wordt minder warm.
Ook is de kans dat een zonnestraal wordt teruggekaatst door een stofdeeltje in de lucht groter als de zonnestralen een langere afstand door de dampkring afleggen. Er komen dus ook minder zonnestralen aan bij het aardoppervlak op hoge breedte.
Slide 9 - Open vraag
De temperatuurfactoren
Dus:
Slide 10 - Tekstslide
Had je de vraag goed?
ja: ga verder met de basisstof
nee: ga verder met de extra oefening
Slide 11 - Tekstslide
0
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
02:58
De temperatuur daalt 6 graden Celcius per
A
10 meter
B
100 meter
C
1000 meter
D
10.000 meter
Slide 14 - Quizvraag
02:58
Als het aan de voet van een 6000 meter hoge berg 20 graden is, dan is het op 3000 meter hoogte