USG Klas 1 Les 1 Weer en Klimaat

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Programma week 44

1. Cijfers toets H1 deze week op Magister, bespreken doen we week 45/46 
2. Doornemen studiewijzer en noteren belangrijke data
3. Lessonup H2 par 2: doe niet alleen mee op je laptop maar maak ook aantekeningen!
4. Zelf lezen par 2, vul je aantekeningen aan.
5. Beginnen met huiswerk: lz par 2, mk opdr 1 t/m 9

H2 Les1 : Weer en klimaat

Leerdoelen. 

• Je weet hoe seizoenen ontstaan.  
• Je kan het verschil tussen weer en klimaat uitleggen. 
• Je weet hoe temperatuurverschillen op aarde ontstaan. 

00:00

Leg het verschil uit tussen weer en klimaat.

Aardas +

 hoge en lage breedte. 

Aardas = Denkbeeldige lijn dwars door de aardbol van de noordpool t/m de zuidpool. 

De aarde draait om zijn as tegen de klok in.  

Aangezien de aarde om zijn as tegen de klok in draait, komt de zon op in het.....

1. Noorden
2. Oosten
3. Zuiden
4. Westen

Hoe lang duurt het voordat de aarde 1x volledig om zijn as is gedraaid?

Hoe lang duurt het voordat de aarde een rondje om de zon heeft gemaakt?

1. 1 dag
2. 1 week
3. 1 maand
4. 1 jaar

De Atmosfeer/ dampkring

Onderzoek het temperatuurverloop van de atmosfeer. Wat valt je op?

Noteer een definitie voor het begrip 'atmosfeer'.

De atmosfeer

Dampkring

Lucht om de aarde

zwaartekracht houdt de gassen bij de aarde

Zorgt dat op de aarde te leven is

Zon en aarde: Seizoenen

Seizoenen

De Aarde staat niet recht t.o.v. de zon, maar heeft een hellingshoek van 23.5 graden.  (De aarde staat schuin). 

Omdat de aarde schuin staat, komt krijgt het noordelijk en zuidelijk halfrond op bepaalde tijden in het jaar meer of juist minder zonnestraling.  (Zie plaatje hiernaast)

Breedtegraden 

Seizoenen

De loodrechte stand van de zon beweegt in de loop van  het jaar dus heen en weer tussen de breedtecirkels van 23,5 graden noorderbreedte (NB) en zuiderbreedte(ZB). 

Daarom noemen we die twee breedtecirkels keerkringen. 

Op het noordelijk halfrond kreeftskeerking en op het zuiderlijk halfrond steenbokskeerkring. 

Programma week 45

Herhalen lesstof par 2. Stel vragen of maak extra aantekeningen.

Bespreken opdrachten par 2: 1c,d; 5; 6b; 8; 9

Lezen par 3.

Aan de slag met het huiswerk: Lz en SV: P3; M P3 Opdracht 1 t/m 4,9,10; Leren: P2

Wanneer is het zomer op het zuidelijk halfrond? 

Op welke kleur lijn staat de zon in december? 

Seizoenen

Op hoeveel graden NB of ZB zit de steenbokskreerkring?

1. 33.5 graden NB
2. 23.5 graden NB
3. 33.5 graden ZB
4. 23.5 graden ZB

Je kan uitleggen hoe de breedteligging invloed heeft op de temperatuur 

Je  hebt verschillende breedtegraden, maar kun je op hoge breedte of lage breedte een hogere temperatuur verwachten? 

Temperatuurfactoren: breedteligging

Oppervlakte en weg door de dampkring

Hoge breedte

Lage breedte

korte weg door de dampkring

Lage zonnestand

Klein oppervlakte verwarmen

Groot oppervlak verwarmen

De temperatuurfactoren

Waar is het warmer, op hoge breedte of op lage breedte?

Het is warmer op lage breedte, hier schijnt de zon op een kleiner oppervalk én leggen een kortere weg op door de dampkring. 

NL

Nederland ligt in de gematigde zone.

Afrika

Het continent Afrika ligt in de luchtstreken: de tropen (warme lucht) en gematigde zone.

Zuidpool

De zuidpool ligt in de poolstreken. Dit is een hele koude luchtstreek.

Zon

Op de evenaar vallen zonnestralen loodrecht op het aardoppervlak. Bij de polen vallen de zonnestralen schuin op het aardoppervlak. Schuine zonnestralen geven minder warmte dan loodrechte.

Temperatuurzones = luchtstreken

Tropen

Poolstreken

Gematigde zone

Een aantal vragen

Waardoor worden de poolgebieden niet goed verwarmd?

Waarom is het vanaf 21 juni zomer in Nederland?(meerdere antwoorden goed)

1. Het noordelijk halfrond staat dan naar de zon toe gericht.
2. Het zuidelijk halfrond staat dan naar de zon toe gericht.
3. De zon staat dan loodrecht op de steenbokskeerkring.
4. De zon staat dan loodrecht op de kreeftskeerkring.

Hoe groot (in graden) is de hellingshoek van de aarde?

Op welk deel is het warmer

1. Nummer 1
2. Nummer 2

Op welk deel schijnt de zon loodrecht naar beneden?

1. Nummer 1
2. Nummer 2

In dit geval heeft het verschil in temperatuur te maken met:

1. De hoogteligging
2. Met het seizoen te maken
3. Met de stand van de zon
4. De breedteligging

Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag met..

Lz en SV: P3

M: P3 Opdracht 1 t/m 4 en opdr 10.