Middeleeuwen - inleiding (de reader)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

startopdracht
Wat is jouw beeld van de Middeleeuwen?
- maak een mindmap - 

Slide 2 - Tekstslide

Doel
  • Ik heb een globaal beeld van literatuur in de Middeleeuwen. (literaire context)

Wat gaan we doen? (50 min)
  • Startopdracht                       5 min. 
  • Aantekeningen                    10 min.
  • filmpje over religie               5 min.
  • intro reader + opdr.            10 min.
  • huiswerk                                 10 min.

Slide 3 - Tekstslide

inleiding middeleeuwen
maatschappij
religie
literatuur

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

burgerij
  • vanaf 1100 bevolkingsgroei en opkomst van steden
  • van ruileconomie naar geldeconomie
  • Gilden 

Slide 9 - Tekstslide

memento mori
  • theocentrische samenleving
  • (on)geletterdheid
  • macht van de kerk

Slide 10 - Tekstslide

literatuur
  • mondelinge overlevering (o.a. Artur)
  • vaak op rijm
  • handschriften vanaf 1100
  • 1170 Henric van Veldeke - Einide

Slide 11 - Tekstslide

bekijk het filmpje en maak aantekeningen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

introductie van de reader
In welke drie delen kun je de reader opdelen? 
Noteer onderwerpen, paginanummers en jaartallen. 

Slide 14 - Tekstslide

de reader
deel I. blz. 1-18: Middeleeuwen (500-1450)

deel II. blz. 18-26: rederijkers / 80-jarige oorlog / Wilhelmus (1450-1550)

deel III. blz. 27-39: Renaissance (1500-1700)

Slide 15 - Tekstslide

Lees blz. 2 t/m 4
  • Markeer/onderstreep belangrijke begrippen
  • Beantwoord deze vragen: 
  1. wat betekent 'theocentrisch'?
  2. waarom waren teksten vaak op rijm?
  3. was de middeleeuwse mens erg anders dan wij?

Slide 16 - Tekstslide

lees blz. 2 t/m 4
  1. theocentrisch = op God gericht
  2. verhalen zijn op rijm, zodat je het beter kunt onthouden; ze werden mondeling overgeleverd
  3. de maatschappij zag er anders uit, maar de mens zelf heeft eigenlijk geen grote evolutie doorgemaakt 

Slide 17 - Tekstslide

doel bereikt?
  • pak je mindmap over 'middeleeuwen' erbij
  • teken een tijdbalk van 500-1500
  • zet de begrippen uit jouw mindmap op de juiste plek en vul aan waar je kunt (gebruik de reader)

Slide 18 - Tekstslide

lees blz. 5 t/m 8
  • markeer/onderstreep de begrippen in je reader 
  • noteer de antwoorden in je schrift
  1. Wat is 'epische verdichting'? (onderstreep)
  2. Hoe verschilt de rol van de vrouw in deze twee 'genres'?
  3. Wat zou erop tegen zijn om het onderscheid voorhoofs - hoofs te maken? 

Slide 19 - Tekstslide

Lees blz. 5 t/m 8
  1. de concentratie van verhalen rondom één persoon
  2. voorhoofs: 'koopwaar' (kleine rol)
    hoofs: 'onbereikbaar' (grote rol)
  3. voorhoofse teksten zijn niet per se veel ouder en spelen zich niet vóór Arthurromans af

Slide 20 - Tekstslide