Period 5 lessons 3 and 4: Pearson section 3

Pearson section 3 practice
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pearson section 3 practice

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goals
Aan het einde van de les hebben jullie geoefend met:       -hoofdletter gebruik, linking words en woordvolgorde
- Read and write Pearson section 3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How do you feel about taking the Pearson exam?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

When do you use capital letters?
A
Months and days
B
For I
C
Names and titles
D
The beginning of a sentence

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Please...
Gebruik hoofdletters en punten

Let op: MINTS
Months and Days,
I
Names
Titles
Start of the sentence

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the right word order?
A
wie doet wat waar wanneer
B
wat doet wie waar wanneer
C
doet wie wat waar wanneer
D
waar wanneer wie doet wat

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf het plaatje en gebruik de juiste woordvolgorde.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf het plaatje en gebruik de juiste woordvolgorde en minimaal twee bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Two assignments
Read and Write: You have 30 seconds to look at the passage. 
The passage then disappears. You have 90 seconds to rewrite the passage in your own words.
  

Essay question: You have 10 minutes to answer the question. Use 50-75 words (next week)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

John was only 16 years old when he met his wife Donna. First they were friends but after a while they found out that there was more going on between them. After four years John asked Donna if she would marry him. Donna said: Yes. They are married 25 years this summer and still very happy together.
timer
0:30

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Write down your answer
timer
1:30

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mary was taking the bus to go to the airport to catch her flight to Sint Petersburg. In the bus she found out she forgot her passport. She got out of the bus and took a taxi home to get the passport. Mary then took a taxi back to the airport and got on her flight. 
timer
0:30

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Write down your answer
timer
1:30

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Why use a conjunction?
              ... ... ...               
AND   BUT   BECAUSE   THEREFORE   WHILE

Slide 14 - Tekstslide

Make a sentence using one of the conjunctions.

The cat was sleeping, while the dog was barking.
Why use a conjunction?
  • om twee dingen aan elkaar te verbinden
  • kunnen woorden, zinsdelen of zinnen zijn
  • je geeft aan wat de relatie is tussen beide delen (opsomming, reden, tegenstelling,.....) 
Why use a 
linking word / conjunction?

Slide 15 - Tekstslide

Picture = spaghetti junction Birmingham.
In short ...
linking words / 
conjunctions are words that link other words, phrases, or clauses together.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opsomming

  • and (en) - He likes playing football and tennis. 


  • both... and (zowel....als) - He likes playing both football and tennis.
A2
B1

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

keuze
  • or (of) - Do you want peanut butter or cheese on your sandwich?

  • either ... or (of...of) - Would you either like the peanut butter or the cheese? 
A2
B1

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Next week


Topic: Pearson essay writing.
Homework: Study words and 
expressions for the SVPB exam

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pearson section 3 practice

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goals
Aan het einde van de les hebben jullie geoefend met:       -het correct toepassen van de past simple (verleden tijd)
- Read and write Pearson section 3

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Ask students to tell what they did yesterday. Elicit the past tense and explain the grammar rule +ed for regular verbs.

 and ask students if they can hear the difference between regular and irregular words.

Slide 24 - Tekstslide

Explain the use of irregular verbs in the past tense.
Past simple tense
Which verb is 'went'? 
Which verb is 'cooked'? 
Which verb is 'visited'? 
Which verb is 'had'? 
Which verb is 'taught'? 

Slide 25 - Tekstslide

Ask students te write down if it is a regular verb or an irregular verb.

Slide 26 - Tekstslide

Tell students that the irregular verbs need to be learnt by heart.
The essay question..
Because of the CoVid-19 pandemic, schools had to switch to online education. Online education is much better and efficient than classes at school. 

Do you agree or disagree with this statement?
Use 50-75 words (10 minutes)


timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide

Practice essay writing for homework.

Use:

Yes, I agree with this statement because....

or

No, I disagree with this statement because.....
Yes I agree with this statement, because....

No, I disagree with this statement, because....

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
 Go to Teams planner:

  •  Watch the video of section 3 Pearson 
and finish the assignment in Forms.
  • Study words and expressions for the SVPB exam

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies