Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
1.6 samenvatten
Samenvatten
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Samenvatten
Slide 1 - Tekstslide
Wat hebben we de vorige les behandeld?
Slide 2 - Open vraag
Vorige les:
- Feiten/meningen en drogredenen (niv. 4)
- Opbouw en indeling van een tekst
-Signaalwoorden en tekstverbanden
- Oefenopdracht schrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Doelen deze les:
- Je kunt een samenvatting maken
- Je weet hoe je Youlearn.ai kunt gebruiken
- Je werkt aan je woordenschat
- Je werkt aan je spelling
Slide 4 - Tekstslide
1.6 Samenvatten
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Ooit gehoord van Youlearn.ai?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Spelling!
Smurftruc
Slide 10 - Tekstslide
Hoe comfortabel voel jij je ten opzichte van je spellingsvaardigheden?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 11 - Poll
Smurftruc
Kun je invullen:
Ik smurf - Je schrijft het hele werkwoord - en
Hij/jij/zij smurft = ik vorm + t
Wij smurfen = hele werkwoord
Slide 12 - Tekstslide
Smurftruc verleden tijd
Kun je invullen;
Ik smurfde = ik-vorm + te/de
Hij/zij/jij smurfde = ik-vorm + te/de
Wij smurfden = ik- vorm + ten/den
Slide 13 - Tekstslide
Smurftruc voltooid deelwoord
Kun je invullen:
Gesmurft = gebruik van 't kofschip
Hele werkwoord - en.
Laatste letter in 't kofschip : je schrijft een t
Laatste letter niet in 't kofschip: je schrijft een d
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeelden TT
De kaars (branden)
--> De kaars brandt "( de kaars smurft = ik-vorm + T)
Dus: ik brand + t = brandt
De hond ademt rustig
--> De hond smurft = ik vorm + t
Ik adem + t = ademt.
Slide 15 - Tekstslide
werkwoordspelling tegenwoordige tijd
A
Hoe laat land het vliegtuig?
B
Hoe laat landt het vliegtuig?
Slide 16 - Quizvraag
werkwoordspelling tegenwoordige tijd
A
Antwoord jij op die mail?
B
Antwoordt jij op die mail?
Slide 17 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Hij onthoud alles.
B
Hij onthoudt alles.
Slide 18 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Hij bediend.
B
Hij bedient.
Slide 19 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Hij zaagd het hout.
B
Hij zaagt het hout.
C
Hij zaagdt het hout.
Slide 20 - Quizvraag
werkwoordspelling tegenwoordige tijd werkwoordspelling
A
Hij zaagd het hout..
B
Hij zaagt het hout.
C
Hij zaagdt het hout.
Slide 21 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Hij onthoud.
B
Hij onthoudt.
Slide 22 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
Slide 23 - Quizvraag
Aan de slag:
- Lezen luisteren kijken: 1.6
- Woordenschat: 1.3
- Taalverzorging 2.1
Slide 24 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
2.3 Betogende teksten
16 dagen geleden
- Les met
37 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Spelling Smurftruc
Januari 2021
- Les met
35 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling Smurftruc
December 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling Smurftruc
Februari 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling H3, Hv2
Oktober 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling Smurftruc
December 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling
Maart 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
Oktober 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7