Spelling H3, Hv2

Welkom!
Vandaag:
Netflix-presentaties
Spelling H3 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Vandaag:
Netflix-presentaties
Spelling H3 

Slide 1 - Tekstslide

Toets woordenschat + spelling
Wanneer? 
Maandag 14 november
Wat? 
Woordenschat H1 (vergelijkingen) en H2 (metaforen, personificaties)
Spelling H1 (leestekens, werkwoordspelling)
Spelling H2 (Engelse werkwoorden)
Spelling H3 (werkwoordspelling: -d of -dt)

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Spelling H3: persoonsvorm tegenwoordige tijd: -d of -dt

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Het doel van deze les:


Je leert hoe je de PV in de tt op -d en -dt goed spelt

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordspelling

Slide 5 - Tekstslide

Ezelsbruggetje 
pvtt
Gebruik de smurfenregel als je wilt weten of je woorden als ‘word’ of ‘houd’ met of zonder t moet schrijven. Hoor je bij het werkwoord smurfen een t, schrijf die dan ook. Het is hij smurft, dus ook hij wordt en hij houdt.


Slide 6 - Tekstslide

Smurftruc
Tegenwoordige tijd:
Ik smurf = Ik vorm
Hij/zij smurft = Ik-vorm + t
Wij smurfen = hele werkwoord
Hebben gesmurft = ’t ex kofschip gebruiken voor de laatste letter.

Slide 7 - Tekstslide

Hij houdt van hardlopen
Hij smurft = ikvorm + t 
 Ik houd+t = houdt

Slide 8 - Tekstslide

Meneer Kalis (vinden) het hopelijk wel wat.
A
vind
B
vint
C
vindt

Slide 9 - Quizvraag

En nu (gebeuren) het gelukkig niet meer.
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt

Slide 10 - Quizvraag

Open je boek op bladzijde 96
We doen opdracht 1 gezamenlijk. Ik geef willekeurig mensen de beurt.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 2, 4 en 5 op bladzijde 97. 

Slide 12 - Tekstslide