P3.1 Biologie niveau 3

3.5 Medisch microbiologische technieken

Stencils

Leerjaar 3, niveau 3 periode 1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.5 Medisch microbiologische technieken

Stencils

Leerjaar 3, niveau 3 periode 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen medische en levensmiddelen microbiologie?

Slide 2 - Woordweb

In de medische microbiologie worden pathogene bacteriën geïsoleerd en op naam gebracht ten behoeve van een passende behandeling.

In de levensmiddelen microbiologie is het onderzoek gericht op kwaliteit.
* Is het product veilig? 
* Veroorzaakt consumptie geen voedselvergiftiging of voedselinfectie?
* In de levensmiddelen microbiologie worden minder vaak identificaties uitgevoerd. Als ze wel worden uitgevoerd, dan volgen ze hetzelfde stappenplan. 
 


3.5.1 Medisch microbiologisch onderzoek
Voorwaarde medisch microbiologisch onderzoek
Het ziekmakende micro-organisme (pathogeen) moet geisoleerd worden
Welk monster neemt de arts van de patient?
Afhankelijk van de klachten zal de arts besluiten om 
bloed, urine feces, liquor, sputum of pus af te nemen bij de patient. 
Welk type onderzoek kan uitgevoerd worden?
Er kunnen 2 typen onderzoek ingezet worden om uiteindelijk 
het micro-organisme te identificeren (op naam brengen). 
* Klassieke wijze: Kweken, isolatie, identificatie en antibioticumgevoeligheid
* Moderne wijze: Moleculair of immunologisch onderzoek. 
Volgens welk stappenplan werkt de analist?
1: Marcroscopisch onderzoek
2: Microscopisch onderzoek
3: Biochemisch onderzoek

* Waar nodig immunologisch/ moleculair onderzoek. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.5.2 Isoleren van pathogenen
  • Materiaal is afgenomen en op een vast of in vloeibaar medium gebracht. 
Isoleren? Wat willen we dan?
Ziekteverwekker opsporen in een oerwoud van micro-organismen
Hoe wordt dit gedaan?
Losliggende kolonies verkrijg je met de strijkplaatmethode. 
Vanuit deze mengkweek zijn van de losliggende kolonies reinkweken te maken. In de medische microbiologie kunnen alleen reinkweken gebruikt worden voor de identificatie van pathogenen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met een mengkweek?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kolonie?
A
Een ver land dat bij Nederland hoort.
B
Een groepje bacteriën. Met het blote oog te zien
C
Een groepje bacteriën ontstaan uit 1 enkele cel

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met een reinkweek?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met identificatie?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting workflow isolatie micro- organisme

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.5.3 Identificeren van pathogenen
3: Biochemisch onderzoek
Als laatste stap in de identificatie van micro-organismen wordt biochemisch onderzoek ingezet. In dit onderzoek worden enzymen aangetoond die aanwezig zijn in het micro-organisme. Het wel of niet aanwezig zijn van enzymen levert een 'streepjescode' op die kenmerkend is voor het micro-organisme. 
1: Macroscopisch onderzoek
Micro-organismen verschillen onderling qua uiterlijk op een vaste en vloeibare voedngsbodem. Deze verscillen zijn met het blote oog waarneembaar.Dit verschil in uiterlijk draagt bij tot de identificatie.
In vaktermen noemen we dit: Marcoscopisch onderzoek. 
4: Moleculair/ immunologisch
De werking van dit type onderzoek onderzoek wordt in periode 2 
of in het keuzedeel 'verdieping biologie' besproken. 
Identificatie van micro-organismen vindt altijd plaats volgens dit stappenplan. 
Ongeacht het type laboratorium
2: Microscopisch onderzoek
Van een betreffende kolonie wordt een preparaat gemaakt. Dit preparaat wordt microscopisch bekeken. Kenmerken die zichbaar zijn zijn: Rangschikking en vorm. Indien een differentiele kleuring wordt uitgevoerd worden ook kenmerken/ eigenschappen zichtbaar die niet met het blote oog waarneembaar zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Dit stappenplan wordt ook gevolgd in de levensmiddelen microbiologie. 
Biochemisch onderzoek
  • Elke mo heeft zijn eigen biochemische vingerafdruk/ barcode
  • Die vingerafdruk/ barcode wordt bepaald door de enzymactiviteit van het mo
  • Met een biochemische test wordt de aan of afwezigheid aangetoond van                         in de cel. (bv. Bonte rij)
enzymen
Enzymen zijn eiwitten die een substraat omzetten in een product. 
De werking van een enzym is afhankelijk van:
* zuurgraad (pH)
* temperatuur
* concentratie van het substraat
* concentratie van het enzym
Zie ook H6 'biologie voor het MLO'

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen enzymen met media aangetoond worden? 
  • Media die wordt gebruikt                
1: Selectieve media
Selectieve media bevatten componenten die remmend werken op micro-organismen waar je NIET naar op zoek bent. 
De andere micro-organismen groeien juist goed. 

VB 1. Methyleenblauw remt de groei van Gram- positieven
VB 2. Kristalviolet remt Gram- positieven
2: Differentiële media
Differentiërende media bevatten componenten die onderscheid maken tussen verwante groepen.

 
Deze componenten worden electieve stoffen genoemd.
Electieve stoffen veroorzaken veranderingen in het uiterlijk van de kolonie en/of medium waardoor verschil te zien is tussen verwante groepen mo.

VB: Koolhydraat + pH indicator
  • Op niet selectieve media zoals nutriëntagar groeien  vrijwel alle bacteriën

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden: Identificatie van pathogenen m.b.v. selectief en differentiërend medium
Eosine -methyleenblauw agar (EMB agar)
Toepassing: Isolatie en identificatie van Gram-negatieven
        * Methyleen blauw remt Gram-pos
        * Eosine is pH indicator
        * Lactose is energiebron
            Lactose fermentatie door commensale darmbacteriën
                    zuur productie: pH daling - kolonie zwart
            Geen lactose fermentatie:           kolonie kleurloos                        

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MacConkey agar
Toepassing: Pathogegenen van commensale darmbacteriën onderscheiden
* Kristalviolet remt Gram-positieven
        * Neutraalrood is pH indicator
        * Lactose is energiebron
            Commensalen fermenteren lactose
                    zuur productie: pH daling - kolonie rood
            Pathogenen fermenteren niet:   kolonie kleurloos

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mannitol zoutagar
Toepassing: Onderscheid maken tussen Staphylococcen
* Hoge zout concentratie
        * Remt de groei van Staphylococcen niet
        * Fenolrood is pH indicator
        * Mannitol is energiebron
            Staphylococcen aureus - geel rond de kolonie (Hoezo?)
            Staphylococcen epidermidis -rood rond de kolonie           

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedagar
Toepassing: Onderscheid maken tussen Streptococcen
Schapenbloed is een electieve component.
De rode bloedcellen worden afgebroken. 
Dit proces heet hemolyse
3 vormen van hemolyse

          1: Gamma hemolyse           Geen lyse;  geen duidelijke verandering​
          2:Alfa hemolyse                    Incomplete lyse; vergroening rond kolonie
          3: Beta hemolyse                  Complete lyse;  heldere zone rond kolonie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: 
Stencil medische microbiologische technieken
Opgave: 58, 61, 66, 69 en 70

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies