13.1 Les 3 Symbiose - Interacties tussen soorten

Welkom
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Uitleg extra informatie bij 13.1
2. Opdracht maken
3. Uitleg start 13.2

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg extra informatie bij 13.1
Wel onderdeel van de toets
Leer hiervoor deze LessonUp

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Grote Afrikaanse zoogdieren hebben bijna altijd ossenpikkers op zich zitten. Redeneer waarom dit zo is. 

Ik kan de begrippen: predator-prooi, symbiose, mutualisme, commensalisme, parasitisme uitleggen en herkennen in een context

Ik kan uitleggen op welke manieren dieren voorkomen dat ze worden opgegeten

Slide 4 - Tekstslide

Waarom zijn tijgers oranje terwijl ze in de jungle leven?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Camoeflage
- Predator-prooi relatie

- Voorkomen dat je gezien wordt en dus voorkomen dat je opgegeten wordt

- Werkt voornamelijk op zicht, maar zijn er nog andere manieren tot camouflage?

Slide 7 - Tekstslide

Mimicry
- Predator-prooi relatie

- Voorkomen als iets of iemand anders en dus voorkomen dat je wordt opgegeten


Slide 8 - Tekstslide

Symbioses
Het samenleven van individuen van verschillende soorten. 

Wanneer behoort een dier tot dezelfde soort?


Slide 9 - Tekstslide

Symbioses
Het samenleven van individuen van verschillende soorten. Er zijn drie samenlevingsvormen. 

Mutualisme (beide partners hebben baat) + /+
Parasitisme (een heeft baat, de ander last) +/ -
Commensalisme (een heeft baat, de ander geen last) +/ o

Slide 10 - Tekstslide

Mutualisme is een vorm van symbiose, waarbij allebei de soorten voordeel hebben van de relatie. Een win-win situatie .
Voorbeelden  van mutualisme

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Commensalisme is een vorm van symbiose, waarbij één van de soorten voordeel heeft van de relatie en de ander maakt het niet zo veel uit (geen voordeel en geen nadeel)
De reiger profiteert van de insecten die op de mest afkomen en de in de omgewoelde grond zitten. Buffel heeft geen uitgesproken voordeel of nadeel
Remora vissen zwemmen mee en eten de restjes van de haai.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Commensalisme bij planten noem je epifytisme

Epifyten zijn organismen die op levende planten groeien zonder hieraan voedingsstoffen te onttrekken (in tegenstelling tot parasieten)

Slide 15 - Tekstslide

Parasitisme is een vorm van symbiose, waarbij één van de soorten voordeel heeft van de relatie en de ander een nadeel.
Voorbeelden van parasieten en gastheer

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Er zijn duidelijke verschillen tussen parasitisme en predatie.

Predatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. 

Slide 18 - Tekstslide

-  Meestal is de parasiet klein ten opzichte van de gastheer. De predator is meestal groot vergeleken met de prooi.
- parasiet en gastheer leven langere tijd samen; bij predator prooi is er een (eenmalige) korte ontmoeting.
-  de prooi wordt gedood, de gastheer heeft schade, maar blijft in leven (een parasiet heeft niets aan een dode gastheer)

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag 
1. Maak de vragen uit deze lessonUp: zie Lesson-Up klas. 
                13.1 les 3                        (10min) 
2. Klaar? Lees alvast 13.2 door
3. Uitleg 13.2

Slide 20 - Tekstslide

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 21 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 22 - Quizvraag

De relatie tussen de neushoorns en ossenpikkers blijkt ingewikkelder dan van te voren gedacht. De ossenpikkers voeden zich niet alleen met teken die in de wonden van een neushoorn zitten, maar zorgen er ook voor dat de wonden van de neushoorn niet kunnen helen door ze open te pikken. Welke vorm/vormen van symbiose komt/komen hier voor? Leg uit.

Slide 23 - Open vraag

Eindexamenvraag havo 2019

Over de relaties tussen de plant, de vleesetende luis, de spin en de fruitvliegjes worden drie uitspraken gedaan:
1. Tussen de vleesetende luis en de plant is sprake van mutualisme.
2. Tussen de vleesetende luis en de fruitvliegjes is sprake van
parasitisme.
3. Tussen de spin en de fruitvliegjes is sprake van predatie.

Noteer de nummers 1, 2 en 3 onder elkaar op je antwoordblad en schrijf achter elk nummer of de betreffende uitspraak juist of onjuist is.

Slide 24 - Tekstslide

Over de relaties tussen de plant, de vleesetende luis, de spin en de fruitvliegjes worden drie uitspraken gedaan:
1. Tussen de vleesetende luis en de plant is sprake van mutualisme.
2. Tussen de vleesetende luis en de fruitvliegjes is sprake van parasitisme.
3. Tussen de spin en de fruitvliegjes is sprake van predatie.

Noteer de nummers 1, 2 en 3 en schrijf achter elk nummer of de betreffende uitspraak juist of onjuist is.

Slide 25 - Open vraag

Video-opdracht
Neem wat hieronder staat over in je schrift of in word. Vul tijdens de video de juiste vorm in. Kies uit: Predator-prooi, mutualisme, commensalisme, parasitisme, concurrentie

Sardine - zeeleeuw
Sardine - tonijn
Tonijn - zeeleeuw
Vogel - tonijn
Sardine - vogel
Haai - zeeleeuw
Haai - dolfijn
Walvis - Sardine

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Video-opdracht
Neem wat hieronder staat over in je schrift of in word. Vul tijdens de video de juiste vorm in. Kies uit: Predator-prooi, mutualisme, commensalisme, parasitisme

Sardine - zeeleeuw
Sardine - tonijn
Tonijn - zeeleeuw
Vogel - tonijn
Sardine - vogel
Haai - zeeleeuw
Haai - dolfijn
Walvis - Sardine

Slide 28 - Tekstslide