-over prooi predator relaties en voedselketen en voedselweb.
- wat de gevolgen zijn van moeilijke afbreekbare schadelijke stoffen in een voedselketen.
- over duurzame relaties (symbiose) tussen soorten en welke drie soorten relaties er zijn.
je kunt toepassen: Herbivoren , Carnivoren, Predatie, Omnivoren , Predatoren , Predator-prooirelatie, Voedselketen , Voedselweb, Accummulatie, Persistent , Symbiose: (mutualisme - commensalisem - epifytisme - parasitisme), enegie in een systeem
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Tussen de hoeveelheid predatoren en de hoeveelheid prooidieren bestaat een dynamisch evenwicht. Vaak ligt de piek van de predator rechts van die van de prooidieren. Kun je dat voor jezelf verklaren?
In BINAS 93D2 zie je nog een voorbeeld.
Slide 6 - Tekstslide
Autotrofe organismen produceren direct of indirect het voedsel voor alle andere organismen.
Deze producenten staan altijd aan de basis van een voedselketen of voedselweb.
Slide 7 - Tekstslide
voedselketen
In de voedselketen spreek je van producenten en consumenten1e, 2e, 3e,...... orde.
Let op!
Hoe gaan de pijltjes !!!!!!
producent
consument 1e orde
consument 2e orde
consument 3e orde
consument 4e orde
consument 5e orde
Slide 8 - Tekstslide
voedselweb
- wie zijn de producenten?
- wie zijn de consumenten
1e, 2e of 4e orde?
- welke organismen zijn herbivoor, carnivoor of omivoor?
- welke organismen zijn elkaars concurrentenom voedsel?
Slide 9 - Tekstslide
Verstoorde voedselketen
Door:
-ziekte
-gif
Heeft effect op een heel ecosysteem....
Slide 10 - Tekstslide
Silent spring (1962) Rachel Carson
In 1962 verscheen in de V.S. het boek Silent spring van Rachel Carson, waarin ze de effecten beschreef van het gebuik van insecten dodende middelen (insecticiden) in de landbouw op veel vogel populaties. (met name het middel DDT)
Het symbool van de V.S. is de American Bold Eagle en ook met deze vogelsoort ging het slecht. De schil van de eieren was door DDT zo zacht, dat de eieren door de ouders vertrapt werden in het nest.
Slide 11 - Tekstslide
Het gebruik van DDT werd verboden en de populatie is weer hesteld.
De stof DDT was, voor het in gebruik werd genomen, uitgebreid getest, onder andere op toxiciteit (giftigheid) voor de mens en allerlei diersoorten. Toch ging het mis door accumulatie.
Slide 12 - Tekstslide
accumulatie = toenamen van de concentratie niet goed afbreekbare stoffen (perisitente stoffen) in een voedselketen.
De stof DDT is slecht afbreekbaar door organismen. Daardoor hoopt het zich, in de loop van het leven, op in het lichaam van een dier.
Wordt het dier (samen met andere dieren) opgegeten, dan komt al hun DDT in het lichaam van de predator.
Zoek, naast de organismen, ook op welke relatie ze hebben. Het moet een ander voorbeeld dan in het boek zijn.
(op de volgende pagina's vul je je voorbeelden in. Noteer ze nu op papier)
timer
5:00
Slide 19 - Tekstslide
Noteer je gevonden voorbeeld van mutualisme
Slide 20 - Open vraag
Noteer je gevonden voorbeeld van commensalisme
Slide 21 - Open vraag
Noteer je gevonden voorbeeld van parasitisme
Slide 22 - Open vraag
Mutualisme is een vorm van symbiose, waarbij allebei de soorten voordeel hebben van de relatie. Een win win situatie dus.
Voorbeelden van mutualisme
Slide 23 - Tekstslide
Commensalisme is een vorm van symbiose, waarbij één van de soorten voordeel heeft van de relatie en de ander maakt het niet zo veel uit. (geen voordeel en geen nadeel)
Commensalisme bij planten noem je epifytisme
De reiger profiteert van de insecten die op de mest afkomen en de in de omgewoelde grond zitten. Buffel heeft geen uitgesproken voordeel of nadeel
Remora vissen zwemmen mee en eten de restjes van de haai.
Slide 24 - Tekstslide
Parasitisme is een vorm van symbiose, waarbij één van de soorten voordeel heeft van de relatie en de ander een nadeel.
Voorbeelden van parasieten en gastheer
Slide 25 - Tekstslide
Een mug is geen parasiet
Maretak is een halfparasiet
Slide 26 - Tekstslide
Er zijn duidelijke verschillen tussen parasitisme en predatie.
- Meestal is de parasiet klein ten opzichte van de gastheer. De predator is meestal groot vergeleken met de prooi.
- parasiet en gastheer leven langere tijd samen; bij predator prooi is er een (eenmalige) korte ontmoeting.
- de prooi wordt gedood, de gastheer heeft schade, maar blijft in leven (een parasiet heeft niets aan een dode gastheer)
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Symbiose
= langdurig samenleven van individuen van verschillende soorten
Mutualisme: +/+
Parasitisme: +/-
Commensalisme: +/0
Slide 29 - Tekstslide
Nu en huiswerk
paragraaf 6.4 afmaken.
(af)maken van de volgende opdrachten: 3 t/m 7 (opdracht 7 staat alleen in het boek.)
Slide 30 - Tekstslide
Hoe wordt de relatie genoemd tussen zeester en zeeslak?
A
concurrentie relatie
B
producent consument relatie
C
predator prooi relatie
Slide 31 - Quizvraag
Noem drie factoren die van invloed kunnen zijn op de grootte van de populatie prooidieren.
Slide 32 - Open vraag
Wanneer zal jij last gaan krijgen van accumulatie van persistente stoffen?