wk 36

Nederlands
week 36
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
week 36

Slide 1 - Tekstslide

Planning maandag
- Herhalen onderwerpen van vorige week
- Huiswerk bespreken
- Instructie paragraaf 12 (het voltooid deelwoord)

Slide 2 - Tekstslide

Sterk werkwoord of zwak werkwoord?
BEDENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 3 - Quizvraag

Sterk werkwoord of zwak werkwoord?
SPRINGEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 4 - Quizvraag

Sterk werkwoord of zwak werkwoord?
LEREN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Sterk werkwoord of zwak werkwoord?
ZOEKEN
A
sterk
B
zwak

Slide 6 - Quizvraag

Sterk werkwoord of zwak werkwoord?
WENSEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Hij .... (missen) de trein.

pvvt.

Slide 8 - Open vraag

Vul de pvvt in:
Peter (houden) zich aan de afspraak.

Slide 9 - Open vraag

pvvt - De nieuwtjes (verspreiden) zich door de school.

Slide 10 - Open vraag

Hij ... heel chagrijnig van het slechte weer. (worden, PVVT)

Slide 11 - Open vraag

pvvt - Hij (vergroten) zijn voorsprong,.

Slide 12 - Open vraag

Pak je huiswerk erbij.
Spelling paragraaf 10 en 11 (blz. 242 t/m 247)

Slide 13 - Tekstslide

Doel:

Je leert het voltooid deelwoord spellen.

Slide 14 - Tekstslide

Filmpje
blz. 278

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk voor woensdag
Spelling paragraaf 12 opdracht 2 en 3

Slide 16 - Tekstslide

Planning woensdag
- Herhalen paragraaf 12
- Instructie paragraaf 13
- Zelfstandig werken

Slide 17 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben, worden of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 18 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
geen voltooid deelwoord
gelopen
geslapen
gebeuren
gedaan
doen
schrijven

Slide 19 - Sleepvraag

Pak je huiswerk erbij
Paragraaf 12 opdracht 2 en 3

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 2
1 Deze chocoladereep is gevuld met stukjes pinda’s en karamel.
2 Lotte heeft zich aangemeld om een dagje mee te lopen bij Defensie.
3 Omdat de midvoor een tegenspeler duwde, werd hij gestraft met een rode kaart.
4 Faysals kamer is door zijn ouders gepimpt met een likje verf en nieuwe gordijnen.
5 Onder de aardrijkskundeles werd plotseling op de deur gebonsd door de directeur.
6 Het kan geen kwaad, als je een keertje per ongeluk je kauwgom hebt doorgeslikt.

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 3
1 Damian en Sam hebben samen naar de film Verschrikkelijke Ikke gekeken.
2 Vera had er niet aan gedacht om haar gymschoenen mee te nemen.
3 Sinds zijn ouders een nieuw huis hebben gekocht, is Lars graag in zijn kamer.
4 Hoe laat heb jij vanmorgen ontbeten?
5 Volgende week is de supermarkt gesloten vanwege een verbouwing.
6 Michel heeft Rosa aangeboden om haar te helpen met Frans.

Slide 22 - Tekstslide

Doel:
Je leert onregelmatige werkwoorden spellen.

Slide 23 - Tekstslide

Voorkennis ophalen..
Wat zijn onregelmatige werkwoorden?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten van Spelling paragraaf 13.

Dit is huiswerk voor aanstaande maandag.

Slide 26 - Tekstslide

Planning donderdag
- Herhalen paragraaf 12 en 13
- Zelfstandig werken

Slide 27 - Tekstslide

Maak het oefenblad.
Klaar? Werk dan verder aan je huiswerk.
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Planning vrijdag
Fictie

Slide 29 - Tekstslide