leei grammatica 1v ontleden herhaling +vzv

Herhalen ontleden
pv
wwg
ond 
lv
mv
vzv
bwb
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhalen ontleden
pv
wwg
ond 
lv
mv
vzv
bwb

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerp?

Wie heeft de wedstrijd niet gezien?

Slide 2 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Klas 1hv leert het lijdend voorwerp te vinden.
A
Klas 1hv
B
leert
C
het lijdend voorwerp
D
te vinden

Slide 3 - Quizvraag

Wat kan GEEN lijdend voorwerp zijn?
A
De kat met het gebroken pootje
B
de pan met tomatensoep
C
in de tuin van de buren
D
wij

Slide 4 - Quizvraag

Lijdend voorwerp?
De hoge waterstand heeft grote problemen veroorzaakt.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp?

Zij heeft het ons toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
ons
D
toch

Slide 6 - Quizvraag

Het meewerkend voorwerp is altijd een 'wie'.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Meewerkend voorwerp?
Zij heeft hem het nieuwtje al verteld.

Slide 8 - Open vraag

Voorzetselvoorwerp?
De schippers werden gewaarschuwd voor de lage waterstand.

Slide 9 - Open vraag

Een voorzetselvoorwerp begint altijd met een voorzetsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Zij is erg bang voor spinnen.
Wat is het voorzetselvoorwerp?
A
bang voor
B
bang voor spinnen
C
voor spinnen
D
is er niet

Slide 11 - Quizvraag

Voorzetselvoorwerp?
We gaan een begin maken met de werkzaamheden.

Slide 12 - Open vraag

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld

Slide 13 - Quizvraag

Rico zegt: Een zin kan meer dan een bijwoordelijke bepaling
hebben.

Raya zegt: Het woord 'niet' is in een zin altijd een
bijwoordelijke bepaling.
A
Rico en Raya hebben beiden gelijk.
B
Rico en Raya hebben beiden ongelijk.
C
Rico heeft gelijk; Raya niet.
D
Raya heeft gelijk; Rico niet.

Slide 14 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling?
Tijdens de voorstelling van de brugklassers was het erg rumoerig in de zaal.

Slide 15 - Open vraag