Eckart 6 Verdieping+ Toekomst

6 Verdieping + Voedsel voor de toekomst
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

6 Verdieping + Voedsel voor de toekomst

Slide 1 - Tekstslide

Darmbacteriën bepalen hoeveel vet je opslaat

Slide 2 - Tekstslide

Het verteringsstelsel van muizen is vergelijkbaar met dat van de mens. Resultaten uit een onderzoek bij muizen gelden daarom mogelijk ook voor de mens.
Leg uit hoe voedingsvezel een rol kan spelen bij het slanker worden van mensen.

Slide 3 - Open vraag

Prebiotica zijn voedingsvezels die de groei van goede darmbacteriën stimuleren. Prebiotica kun je in een potje kopen, maar ook sommige voedingsmiddelen bevatten veel prebiotica. Er zijn ook drankjes met probiotica. Deze drankjes bevatten bacteriën die goed zouden zijn voor de darmwerking.

Leg met je kennis van het verteringsstelsel uit dat probiotica waarschijnlijk veel minder goed werken dan prebiotica.

Slide 4 - Open vraag

Het microbioom van slanke muizen had ook tot gevolg dat meer vetten werden verbrand in de lichaamscellen.

Leg uit dat de muizen hierdoor slanker bleven.

Slide 5 - Open vraag

In welk deel van het verteringsstelsel heeft voedingsvezel de meeste invloed op de vetverbranding?

Slide 6 - Open vraag

Waar komen scheten vandaan?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waar komen scheten vandaan?

Slide 11 - Open vraag

Waar komen scheten vandaan?

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel gram vezels zou je per dag binnen moeten krijgen volgens het Voedingscentrum? (Zoek op www.voedingscentrum.nl)

Slide 13 - Open vraag

Uit welk vak van de Schijf van Vijf eet je vooral als je alleen witbrood, pizza en pasta eet?
A
koolhydraten
B
vetten
C
eiwitten
D
water & vitaminen

Slide 14 - Quizvraag


Van het eten van volkorenpasta moet je meer scheten laten dan van het eten van witte pasta. Leg dat uit.

Slide 15 - Open vraag

Als je bruine bonen extra goed kauwt of in een keukenmachine fijnmaalt, heb je minder last van winderigheid. Leg uit hoe dit komt.

Slide 16 - Open vraag

Het voedsel op aarde is niet eerlijk verdeeld

Slide 17 - Tekstslide

Er zijn nog steeds landen waar mensen, vooral kinderen, doodgaan van de honger. En dat terwijl er genoeg voedsel is om alle mensen op aarde te voeden. Het voedsel is echter niet eerlijk verdeeld.

Er zijn landen waar zo veel voedsel wordt geproduceerd dat een deel wordt vernietigd. Ook in Nederland komt dat voor. Soms wordt goed en gezond voedsel gebruikt als veevoer. Anderzijds komt vooral in ontwikkelingslanden veel ondervoeding door eiwitgebrek voor. Bij een tekort aan eiwitten in het voedsel gaan mensen zich slap en moe voelen. Op den duur worden ze ziek. Eiwitten zitten vooral in dierlijke producten, zoals vlees, zuivel en eieren, en in peulvruchten (bonen) en noten.
Koeien eten vooral gras en maïs. Voor elke kilogram dierlijk eiwit die een koe levert, moet het dier tot wel tien kilogram plantaardig eiwit eten. Maar, denk je misschien, wij kunnen toch geen gras eten? Dat klopt, maar op de landbouwgrond waarop gras en maïs voor koeien groeien, kunnen ook producten worden verbouwd die wij wel eten.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Minder vlees eten
Vegetariërs zijn mensen die geen vlees eten. Sommige vegetariërs eten geen vlees van zoogdieren of vogels, maar wel vis en andere zeedieren. Veganisten gebruiken helemaal geen dierlijke producten, dus ook geen melk, eieren of kaas. Flexitariërs zijn mensen die ervoor kiezen om af en toe vlees eten.

 

Er zijn veel redenen om geen of minder vlees te eten. De belangrijkste zijn respect voor dieren, je gezondheid, het milieu en het voedselvraagstuk: hoe kunnen we ervoor zorgen dat alle mensen nu en in de toekomst voldoende te eten hebben?
Veel vegetariërs zijn tegen het doden van dieren of tegen de manier waarop dieren worden gehouden. Sommige mensen zijn vegetariër vanwege hun geloof. Er zijn ook mensen die vlees niet lekker vinden (de smaak) of die vlees te duur vinden (de prijs). Anderen zijn vegetariër om gezondheidsredenen. Vlees bevat nuttige voedingsstoffen, zoals eiwit, B-vitaminen en ijzer. Maar als je te veel vlees eet, kan dit juist slecht zijn voor je gezondheid. Het eten van veel rood en bewerkt vlees (zoals worst of hamburgers) kan de kans op een beroerte, diabetes type 2, darmkanker en longkanker vergroten.

Slide 20 - Tekstslide

Je kunt ook kiezen voor geen of minder vlees vanwege het milieu. Voedsel is verantwoordelijk voor 20 tot 35% van de uitstoot van alle broeikasgassen. Meer dan de helft daarvan komt van vlees en zuivel. Minder vlees eten levert veel milieuwinst op. Dat komt doordat er veel land, water en voer nodig is voor het houden van vee. Ook het veevoer moet worden verbouwd en vervoerd. Bovendien zorgen de dieren zelf voor veel uitstoot van broeikasgassen door boeren, winden en mest.


Wist je dat één vleesvrije dag per week heel gezond is? Een Nederlander eet gemiddeld 200 g vlees en vleeswaren per dag, terwijl het Voedingscentrum adviseert om maximaal 500 g vlees per week te eten. Een vleesvrije dag is niet alleen gezond, het is ook erg goed voor het milieu. Met één dag in de week geen vlees bespaar je veel energie. Het heeft meer effect dan een huis vol spaarlampen of een zuinige auto rijden. Ook voor het watergebruik is het gunstig. Voor de productie van 1 kg biefstuk is net zoveel water nodig als voor 1300 keer douchen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Sommige mensen beweren dat er nergens op de wereld meer honger zou zijn wanneer iedere wereldburger vegetariër wordt. Leg dat uit met behulp van vorige afbeelding.

Slide 23 - Open vraag

Welke producten denk je dat we in de toekomst veel meer eten dan nu?


Slide 24 - Open vraag

Wat is kweekvlees?

Slide 25 - Open vraag

Het proces van kweekvlees maken is nu nog te duur om kweekvlees in de winkel te leggen, maar dat kan in de toekomst veranderen. Bij de productie van kweekvlees worden onder andere eiwitten uit bloed van kalveren als bouwstof gebruikt. Er wordt onderzocht of hiervoor eiwitten uit gekweekte algen kunnen worden gebruikt.
Leg uit dat het gebruik van eiwitten uit algen beter is voor de wereldvoedselsituatie dan het gebruik van eiwitten uit kalveren.

Slide 26 - Open vraag

Stel, je krijgt de mogelijkheid om kweekvlees te proeven. Zou je dit dan doen? Waarom wel of niet?

Slide 27 - Open vraag

klaar

Slide 28 - Tekstslide