Stel om beurt een vraag en probeer mijn geheim te ontdekken
Slide 6 - Tekstslide
GESLOTEN VRAGEN
Waarbij de antwoordmogelijkheden expliciet met de vraag worden meegegeven.
Vaak ja-neevragen
Voorgegeven categorieën
Vb: Heb je zin in koffie?
Wil je koffie, thee of water?
OPEN VRAGEN
Waar de antwoordmogelijkheden niet worden beperkt
Beginnen met een vraagwoord
(Wie, wat, welke, waardoor, waarom, wanneer, hoe)
Vb: Wat wil je om te drinken?
Slide 7 - Tekstslide
Doel open vragen
Meest effectief
Gesprek te beginnen
Aanmoedigen en motiveren om meer te vertellen
Slide 8 - Tekstslide
Doel gesloten vragen
Onderwerp vernauwen
Specifieke info te verkrijgen
Praatvaardige cliënt onderbreken
Slide 9 - Tekstslide
Welke vragen stellen?
1. Vraag je af wat het doel van de vraag is:
Exploreren (open vragen) of vernauwen (gesloten vragen)
2. Selecteer een gepast beginwoord (wie, wat, waarom,..)
3. Ga het effect van de vraag na
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld
PT: " Ik weet niet waar te beginnen. Mijn huisarts heeft vanalles aan mijn medicatie veranderd en nu heeft de cardioloog gezegd dat dat niet goed is. Er staan wel 10 verschillende soorten op de lijst en ik begrijp er niets meer van. Mijn dochter heeft geen tijd om te helpen, ze heeft het ook zo druk."
HV: " Ik hoor dat er vanalles veranderd is en u zich overweldigd voelt. Waarmee kan ik u nu het eerste helpen? Met contact leggen met de huisarts of duidelijkheid in de medicatielijst? "