1. Juiste fijnheidsgraad. Indien nodig de stof vooraf fijnwrijven. (< 1 g overmaat gebruiken)
2. Eerst hulpstof in de mortier, voordat de werkzame stof wordt toegevoegd.
3. Stapsgewijs mengen, meng steeds in de ideale mengverhouding tot homogeen. Begin steeds met de kleinste hoeveelheid die is voorgeschreven, behalve bij sterk gekleurde stoffen en smaak- en geurcorrigentia (zie onder pu/nt 4 en 5).
4.Sterk gekleurde stoffen inpakken, tussen twee laagjes hulpstof mengen. Homogeniteit van het mengsel kan visueel gecontroleerd worden aan de hand van de kleur.
5.Smaak- en geurcorrigentia moeten als laatste toegevoegd worden, omdat deze vluchtig zijn.