Je geeft dus duidelijk aan om welke handeling(en) het gaat en je aanwijzing is concreet.
Je zegt dus niet: "Het kijkgedrag moet beter". Met zo'n opmerking heeft de leerling geen idee hoe hij beter moet kijken.
Door concreet aan te geven wat goed gaat en wat beter kan, krijgt de leerling een goed beeld waar hij nog aan moet werken. Ook voor collega's is dit handig: zij hebben aanknopingspunten als zij een les van jou moeten overnemen.
Adviezen voor het bespreken van toetsresultaten
Bij het bespreken van de toetsresultaten, verwijs je naar de verkeerssituaties zoals vastgelegd in de rijprocedure en in het leerplan (denk aan RIS).
--> Je geeft gedoseerd aan welke verbeterpunten er zijn.
--> Je geeft op een zodanige manier commentaar, dat de leerling het goed begrijpt.
Je gebruikt hierbij zo min mogelijk moeilijke woorden.
--> Je legt je commentaar voor de leerling schriftelijk vast, zodat deze het later rustig kan bekijken.