Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
6.3 Elektrisch vermogen (opg.14)
6.3 Elektrisch vermogen
Vermogen kennen wel al
De eenheid kWh voor energie ook
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
6.3 Elektrisch vermogen
Vermogen kennen wel al
De eenheid kWh voor energie ook
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het verband tussen vermogen P en energie E?
A
E = P
B
E = P . t
C
E = P / t
D
E / t = P
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de eenheid van vermogen?
Slide 3 - Open vraag
Je wil van twee apparaten weten aan welk apparaat je per maand meer geld kwijt bent. Hoe kom je daar achter?
Slide 4 - Open vraag
kWh (kilo watt uur) is een
A
Energie grootheid
B
Energie eenheid
C
Vermogen grootheid
D
Vermogen eenheid
Slide 5 - Quizvraag
1 kWh =
A
1 kJ
B
3,6 kJ
C
1 MJ
D
3,6 MJ
Slide 6 - Quizvraag
kWh een 'menselijke' eenheid
1 kWh is het energiegebruik van een apparaat met een vermogen van 1 kW dat een uur aan staat.
Je ziet dit ook in de meterkast.
Herken je dat kWh energie aangeeft en geen vermogen?
Wij moeten dit vaak omrekenen naar Joule:
1 kW . h = 1000 W . 3600 s
1 kWh = 3,6 MJ
Slide 7 - Tekstslide
Elektrisch vermogen
Staat op apparaten, dan is er niets nieuws
Kunnen we ook berekenen met spanning en stroom:
P = U . I
Meer spanning -> meer energie (per seconde)
Meer stroom -> meer energie (per seconde)
Slide 8 - Tekstslide
Formules combineren
Nu kun je opgaven verwachten waarin je formules moet combineren:
U = I . R
(Wet van Ohm)
P = U . I
(Elektrisch vermogen)
E = P . t
(Definitie van vermogen)
Slide 9 - Tekstslide
Opgave 14. Bliksem is heftig
U
max
= 100 MV (in huis 0,000230 MV)
I
max
= 60 kA (0,0001 kA is dodelijk)
t
gem
= 1 ms (dat is kort)
E
gem
= 100 kWh (verbruik van 3 gezinnen per maand)
N
gem
= 2,5e5 (250.000 ontladingen per jaar in Nederland)
Slide 10 - Tekstslide
0
Slide 11 - Video
14a Bereken max. vermogen
P = U . I
P = 100e6 . 60e3
P = 6,0e12 W
Slide 12 - Tekstslide
14b Bereken gem. vermogen
P = E / t
P = 100
kWh
/ 1e-3 s
P = 100 .
3,6e6 J
/ 1e-3 s
P = 3,6e11 W
P = 4e11 W
Slide 13 - Tekstslide
14c. Bereken aantal gezinnen
Aantal berekenen:
wat je hebt / wat één nodig heeft
Ejaar,bliksem = 2,5e5 . 100 kWh = 2,5e7 kWh
Aantal gezinnen Ngez = 2,5e7 / 4,0e3
Ngez = 6,3e3 (geen eenheid)
Slide 14 - Tekstslide
14e. Warmte in een draad
Redeneer opgave
Vermogen in draad geeft maat voor warmte per seconde
P = U . I en U = I . R geeft:
P = I
2
. R
Soortelijke weerstand van koper is lager (geleidt beter):
Lagere R geeft lagere P
(draden zijn even lang en even dik)
Slide 15 - Tekstslide
Huiswerk
Maak opgave 19
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
6.3 Elektrisch vermogen (opg.14)
Mei 2020
- Les met
17 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Rekenen met Elektriciteit: Energie en Vermogen
September 2023
- Les met
20 slides
HS 1.2 havo Vermogen en energie
Oktober 2020
- Les met
38 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
HS 1.2 havo Vermogen en energie
Oktober 2023
- Les met
22 slides
Natuurkunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Elektrische energie
Maart 2024
- Les met
12 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
6.5 Elektrische energie
April 2023
- Les met
23 slides
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
10. Energieverbruik
Juni 2024
- Les met
44 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
huisinstallatie
Augustus 2024
- Les met
27 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3