In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
DE
MIDDELEEUWSE STAD
Slide 1 - Tekstslide
Al gehad. Over de prehistorie, jagers, mammoeten, nomaden en uitvinding landbouw en boeren.
Al gehad. Over de Grieken, Alexander de Grote, De Romeinen, democratie, geld, godsdienst, gewoontes, Romeinse Limes, Hannibal Barkas en mythologie. (Romulus & Remus, Doos van Pandora, Jason en de Minotaurus, Paard van Troje, Aeneas)
Al gehad. Over ridders, kastelen, toernooien, volksverhuizingen, hofstelsel, horigen, monniken, kloosters, Willibrord, Bonefatius, Karel de Grote en kruistochten.
Dit ga je leren.
Het ontstaan van Middeleeuwse steden.
De Hanze (steden)
Wie doet wat in de stad?(burgerij, bestuur, ambacht en gilden)
Floris V
Slide 2 - Tekstslide
We leren over Middeleeuwse steden
In de tijd van Ridders en Monniken was een kasteel met huizen eromheen een manier om te wonen. Maar dat is natuurlijk nog geen stad. Hoe er steden kwamen, daarover ga je leren!
Slide 3 - Tekstslide
Na Karel de Grote
Nadat keizer Karel de Grote (747-814) een groot rijk had opgezet, verdeelde hij het onder zijn zonen. Deze koningen verdeelden het onder de leenheren, die de horigen het werk lieten doen.
Slide 4 - Tekstslide
Drie standen
In de Middeleeuwen was er een standenmaatschappij.
Er werd verschil gemaakt tussen mensen. Tussen arm en rijk.
De koning stond bovenaan. (Koninginnen, prinsen, prinsessen)
Geestelijkheid (mensen van de kerk)
Adel (Ridders, Graven, Hertogen)
Burgers (gewone mensen)
Slide 5 - Tekstslide
Sleep mij
Ik ben de burger.
Sleep mij
Ik ben de geestelijke
Sleep mij
Ik ben de adel
Slide 6 - Sleepvraag
Kijk goed!
Herken jij de drie standen?
Slide 7 - Tekstslide
Markt
Wat zie je?
Waarom is het er?
Welke mensen komen er?
Wat ken jij in de tijd van NU dat erop lijkt?
Slide 8 - Tekstslide
Kerk
Wat zie je?
Waarom is het er?
Welke mensen komen er?
Wat ken jij in de tijd van NU dat erop lijkt?
Slide 9 - Tekstslide
Stadsmuur
Wat zie je?
Waarom is het er?
Welke mensen komen er?
Wat ken jij in de tijd van NU dat erop lijkt?
Slide 10 - Tekstslide
Stads-muur
Wat zie je?
Waarom is het er?
Welke mensen komen er?
Wat ken jij in de tijd van NU dat erop lijkt?
Slide 11 - Tekstslide
Stadspoort
Wat zie je?
Waarom is het er?
Welke mensen komen er?
Wat ken jij in de tijd van NU dat erop lijkt?
Slide 12 - Tekstslide
Koopmanshuis
Wat zie je?
Waarom is het er?
Welke mensen komen er?
Wat ken jij in de tijd van NU dat erop lijkt?
Slide 13 - Tekstslide
Kerk
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad, sleep mij dan.
Plein
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad,
sleep mij dan naar het sleepdoel.
Stadsmuur
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad,
sleep mij dan naar het sleepdoel.
Agora
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad,
sleep mij dan naar het sleepdoel.
Tempel
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad,
sleep mij dan naar het sleepdoel.
Stadspoort
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad,
sleep mij dan naar het sleepdoel.
Markt
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad,
sleep mij dan naar het sleepdoel.
Koopmanshuis
Als ik hoor bij een Middeleeuwse stad,
sleep mij dan naar het sleepdoel.
Slide 14 - Sleepvraag
Welke 5 plaatsen horen er bij een middeleeuwse stad?
Slide 15 - Open vraag
Wat ga je leren?
Wat heeft eenMiddeleeuwse stad? ✔
Wat is eenhofstelsel?
Hoe ontstond handel?
Wat zijn ambachten?
Hoe groeide een stad?
Slide 16 - Tekstslide
Hofstelsel
De horigen moesten het land bewerken van de kasteelheer (leenman).
In ruil daarvoor kregen ze bescherming.
Slide 17 - Tekstslide
Horige
Als horige had je weinig rechten. Je kasteelheer kon bepalen met wie je trouwde, wanneer je vrij had, en hoeveel van de oogst je moest betalen.
Slide 18 - Tekstslide
Wat ga je leren?
Wat heeft eenMiddeleeuwse stad? ✔
Wat is eenhofstelsel? ✔
Hoe ontstond handel?
Wat zijn ambachten?
Hoe groeide een stad?
Slide 19 - Tekstslide
De rijken worden rijker
Alles staat in dienst van de ridder van adel, de kasteelheer, de leenman.
Deze wordt steeds rijker, de armen blijven arm. Daar kan de kerk weining aan veranderen, hoe de monniken ook helpen,
Slide 20 - Tekstslide
Maar dan!
Door het grote rijk van Karel de Grote is er tientallen jaren geen oorlog in het rijk. Natuurlijk zijn er wel de kruistochten.
Vrede brengt voorspoed
De horigen bewerken het akkerland goed. Er komt steeds meer oogst. De bevolking groeit. En met meer oogst is er meer voer voor de dieren. Er komen steeds meer varkens, paarden, koeien, melk, kaas, graan, tarwe. Zelfs meer dan de kasteelheer op kan, of kan bewaren! En weggooien is zonde... wat nu?
Slide 21 - Tekstslide
Weet je het nog?
De boeren komen erachter dat je meer kan oogsten door een jaar niets te verbouwen. Braakliggende grond, noem je dat. Dan komen er weer voedingsstoffen in de grond. Net als jij, na je boterham en een dutje.
Slide 22 - Tekstslide
Braakliggende grond =
A
Grond waar braaksel (spuug) op ligt
B
Grond met een gewas wat je kunt oogsten
C
Grond wat een jaar
lang rust krijgt
D
Grond voor erg misselijke horigen
Slide 23 - Quizvraag
Rust in het land
Het jaar 1000. Er waren geen aanvallen meer van wilde volken als de Germanen, Hunnen en Vandalen. Er zijn geen volksverhuizingen meer, koningen hebben het land verdeeld.
Meer, meer, meer!
De oogsten doen het steeds beter. Er is meer voedsel, dus meer mensen. Er is meer te verkopen, dus de markten zijn groter. De horigen houden meer over, en kunnen soms koopman te worden. Koopmannen verhandelen hun oogst, spullen of iets wat ze goed kunnen.
Slide 24 - Tekstslide
Wat ga je leren?
Wat heeft eenMiddeleeuwse stad? ✔
Wat is eenhofstelsel? ✔
Hoe ontstond handel? ✔
Wat zijn ambachten?
Hoe groeide een stad?
Slide 25 - Tekstslide
Ontstaan van steden
(01:19)
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
Mensen op leven een bultje
De koopmannen trokken naar de dorpen. Daar was steeds meer te beleven. Meer handel, meer werk, en dus meer mensen. Dit trok weer meer arme mensen aan die hoopten werk te kunnen krijgen. Binnen de kasteelmuren werd het vol...
Slide 28 - Tekstslide
Ambacht
Als je geen oogst hebt om te verkopen, kon je een dienst verkopen. Een dienst is iets doen voor een ander. Je had dan een ambacht: een vak, een beroep. Voorbeelden van ambachten zijn: timmeren, touw maken, naaien, vlechten, koken, enzovoort.
Slide 29 - Tekstslide
Wat ga je leren?
Wat heeft eenMiddeleeuwse stad? ✔
Wat is eenhofstelsel? ✔
Hoe ontstond handel? ✔
Wat zijn ambachten? ✔
Hoe groeide een stad?
Slide 30 - Tekstslide
Van kasteel tot stad
Een kasteel kon zo een dorp worden. En als er veel marktlui kwamen wonden, kon het een stad worden. Er was wel een probleem: de kasteelmuren. Die zorgden ervoor dat iedereen in kleine huizen woonden rondom het kasteel woonden.
Een oplossing was om extra muren te maken: stadsmuren met een stadspoort.
Slide 31 - Tekstslide
Houten huizen
(01:20)
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Een vestingstad
(01:17)
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
Stadsrechten
(01:49)
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
De markt met kooplieden
(01:39)
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
Wat ga je leren?
Wat heeft eenMiddeleeuwse stad? ✔
Wat is eenhofstelsel? ✔
Hoe ontstond handel? ✔
Wat zijn ambachten? ✔
Hoe groeide een stad? ✔
Slide 40 - Tekstslide
Welke drie standen waren er?
A
Geestelijken, adel, soldaten
B
Soldaten, adel, boeren
C
Geestelijken, adel, boeren
Slide 41 - Quizvraag
Wat heeft een Middel-eeuwse stad?
Wat is
een hofstelsel?
Hoe ontstond handel
?
Wat zijn ambachten
?
Hoe groeide een stad?
Een kasteel had veel koopmannen en een grote markt. Ruimte rondom kasteel werd volgebouwd tot het vol was. Overal waren houten huizen. Een stadmuur met stadspoorten gebouwd. Nu was er meer ruimte om te wonen.
kerk
koopmanshuis
stadsmuur
markt
stadspoort
Een koning verdeelde zijn land. Leenmannen (vazallen) kregen een stuk grond. Horigen (boeren) bewerkten dit land in ruil voor bescherming.
Boeren wisten steeds beter land te bewerken. Ook kwamen ze erachter dat grond braak laten de grond verbeterde. (drieslagenstelsel) Er kwam meer oogst. Boeren werden koopmannen. Koopmannen verhandelden oogst of zichzelf, als ze iets goed konden maken of doen.
Een ambacht is een ander woord voor beroep of vak.