HV3 abc-formule

Pak pen en papier en rekenmachine.
Als je een antwoord in moet typen, gebruik je x^2 als je 
x kwadraat bedoelt.
Berekenen doe je op papier, je antwoord
- typ je in bij een open vraag
- maak je een foto van bij een "foto-vraag".

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
wiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Pak pen en papier en rekenmachine.
Als je een antwoord in moet typen, gebruik je x^2 als je 
x kwadraat bedoelt.
Berekenen doe je op papier, je antwoord
- typ je in bij een open vraag
- maak je een foto van bij een "foto-vraag".

Slide 1 - Tekstslide

LET OP! 
  • Aan het eind van de les wordt gevraagd om je les in te leveren (foto). Zorg ervoor dat je netjes werkt.
  • Schrijf je berekeningen en tussenstappen op!
  • Maak de tekeningen met potlood en geodriehoek.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat zijn a, b en c in de volgende formule:
y=4x2+2x+7
A
a= 4, b=2, c=7
B
a=-4, b=-2, c=7
C
a=4, b=-2, c=7
D
a=-4, b=2, c=7

Slide 6 - Quizvraag

Bereken de D in

4x2+2x+7=0

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn a, b en c in de volgende formule:
y=x2+2+7x
A
a= 0, b=2, c=7
B
a=1, b=2, c=7
C
a=0, b=7, c=2
D
a=1, b=7, c=2

Slide 8 - Quizvraag

Bereken D in

x2+2+7x=0

Slide 9 - Open vraag

Wat zijn a, b en c in de volgende formule:
y=x2+2x+7
A
a= -1, b=2, c=7
B
a=-0, b=2, c=7
C
a=0, b=2, c=7
D
a=1, b=2, c=7

Slide 10 - Quizvraag

Bereken D in

x2+2x+7=0

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn a, b en c in de volgende formule:
y=3x2+7
A
a= 3, b=7, c=0
B
a=3, b=0, c=7
C
a= 7, b=3, c=0
D
a= 0, b=3, c=7

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn a, b en c in de volgende formule:
y=3x27x
A
a= -3, b=-7, c=0
B
a=-3, b=0, c=-7
C
a= -7, b=-3, c=0
D
a= 0, b=-7, c=-3

Slide 13 - Quizvraag

Geef de a, b en c uit de volgende vergelijkingen:
1. 

2. 
timer
1:00
x26x+8=0
52nn2=0

Slide 14 - Tekstslide

Geef de a, b en c uit de volgende vergelijkingen:
1. 
                           a = 1, b = -6, c = 8

2. 
                
                             a = -1, b = -2, c = -5           
x26x+8=0
52nn2=0
n22n5=0

Slide 15 - Tekstslide

Bereken de Discriminant uit de volgende vergelijkingen en 
geef aan hoeveel oplossingen de vergelijkingen krijgt.
1.

2.

3.
4x28x+4=0
x2+75x=0
x2+3x=2
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Bereken de Discriminant uit de volgende vergelijkingen en 
geef aan hoeveel oplossingen de vergelijkingen krijgt.
1.
            a = 4, b = -8, c = 4         
            D = 64 - 4.4.4 = 0
            D = 0 dus 1 oplossing

4x28x+4=0

Slide 17 - Tekstslide

Bereken de Discriminant uit de volgende vergelijkingen en 
geef aan hoeveel oplossingen de vergelijkingen krijgt.
2.
            a = 1, b = -5, c = 7         
            D = 25 - 4 . 1 . 7 = -3
            D < 0 dus geen oplossingen

x2+75x=0

Slide 18 - Tekstslide

Bereken de Discriminant uit de volgende vergelijkingen en 
geef aan hoeveel oplossingen de vergelijkingen krijgt.
3.


             a = -1, b = 3, c = -2
             D = 9 - 4 . -1 . -2 = 1
             D> 0 dus 2 oplossingen
x2+3x=2
x2+3x2=0

Slide 19 - Tekstslide

Los de volgende vergelijkingen op:
1. 

2. 

h26h40=0
x26x+8=0
timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

Los de volgende vergelijkingen op:
1. 
       a = 1, b = -6, c = -40
       D = 36 - 4 . 1 . -40 = 196
        
       x = (6 - 14) : 2 = -4       of      x = (6 + 14) : 2 = 10
h26h40=0
196=14

Slide 21 - Tekstslide

Los de volgende vergelijkingen op:
1. 
       (h + 4)(h - 10) = 0
        h + 4 = 0          of          h - 10 = 0
        h = -4                            h = 10
h26h40=0

Slide 22 - Tekstslide

Los de volgende vergelijkingen op:
2. 
        a = 1, b = -6, c = 8
        D = 36 - 4 . 1 . 8 = 4

         x = (6 - 2) : 2 = 2           of         x = (6 + 2) : 2 = 4

x26x+8=0
4=2

Slide 23 - Tekstslide

Los de volgende vergelijkingen op:
2. 
        (x - 2)(x - 4) = 0
         x - 2 = 0         of       x - 4 = 0
         x = 2                        x = 4

x26x+8=0

Slide 24 - Tekstslide