de + bepaald lidwoord --> du / de la / de l' / des
(de vertaal je meestal met: van)
C'est l'entrée du lycée. Het is de ingang van de school.
C'est le jean du garçon. Het is de spijkerbroek van de jongen.
C'est la jupe de la fille. Het is de rok van het meisje.
C'est le jeu de l'enfant. Het is het spel van het kind.
C'est la voiture des voisins.Het is de auto van de buren.
Beantwoord de volgende vraag: