Aanvoegende, aantonende en gebiedende wijs, NN - p. 260 - V2D - 04-03-24


Nederlands 

Aanvoegende- , aantonende- en gebiedende wijs

Paragraaf 10, cursus 7

V2D

04-03-2024

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les


Nederlands 

Aanvoegende- , aantonende- en gebiedende wijs

Paragraaf 10, cursus 7

V2D

04-03-2024

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05:      landen & kennismaking 
  • 10:05 - 10:15:     10 minuten lezen 
  • 10:15 - 10:20:     filmpje
  • 10:20 - 10:35:    werkvorm "wijzen"  
  • 10:35 - 10:45:    bespreken & instructie      
  • 10:45 - 10:55:    zelfstandig oefenen    
  • 10:55 - 11:05:    bespreken oefeningen
  • 11:05:                 afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wie ben ik?
  • Mevrouw Pope
  • Ik woon in Den Haag
  • Zoontje Joris & kat Oxy
- Ik hou van: TikToks maken,
op reis gaan, mijn zoontje, lezen 
en mijn leerlingen :)
TikTok: mevrouwPope


Slide 4 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05: landen & kennismaking
  • 10:05 - 10:15: 10 minuten lezen
  • 10:15 - 10:20: filmpje
  • 10:20 - 10:35: werkvorm "wijzen"
  • 10:35:               lesdoelen
  • 10:35 - 10:45: bespreken & instructie
  • 10:45 - 10:55: zelfstandig oefenen
  • 10:55 - 11:05: bespreken oefeningen
  • 11:05: afsluiting

Slide 5 - Tekstslide


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05:  landen & kennismaking
  • 10:05 - 10:15:  10 minuten lezen
  • 10:15 - 10:20:  filmpje
  • 10:20 - 10:35:  werkvorm "wijzen"
  • 10:35:               lesdoelen
  • 10:35 - 10:45:  bespreken & instructie
  • 10:45 - 10:55:  zelfstandig oefenen
  • 10:55 - 11:05:  bespreken oefeningen
  • 11:05:               afsluiting

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje
  • Opdracht bij het filmpje: let goed op het moment dat de acteur boos wordt. 
  • Schrijf de zin op die hij dan roept.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Agenda
  • 9:50 - 10:05: landen & kennismaking
  • 10:05 - 10:15: 10 minuten lezen
  • 10:15 - 10:20: filmpje
  • 10:20 - 10:35: werkvorm "wijzen"
  • 10:35:               lesdoelen 
  • 10:35 - 10:45: bespreken & instructie
  • 10:45 - 10:55: zelfstandig oefenen
  • 10:55 - 11:05: bespreken oefeningen
  • 11:05: afsluiting

Slide 10 - Tekstslide

Werkvorm "wijzen"
We werken in 4-tallen
  1. Lees de zinnen op de kaartjes goed.
  2. Bedenk samen een logische verdeling voor de zinnen en verdeel de zinnen vervolgens over de drie kolommen in het schema.
Dit doe je zo:
  3. Je legt alle zinnen van die je bij 'gewoon' vindt passen in die kolom, alle zinnen van 'het moet' in de vakjes onder die kolom en alle zinnen die je bij 'ouderwets' vindt horen, onder de derde kolom.

Alle vakjes moeten gevuld zijn met een kaartje en ieder kaartje kan maar één keer gebruikt worden. 

Jullie krijgen hier  minuten de tijd voor. Hierna gaan we de antwoorden bespreken. 



timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Werkvorm "wijzen"
timer
8:00

Slide 12 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05: landen & kennismaking
  • 10:05 - 10:15: 10 minuten lezen
  • 10:15 - 10:20: filmpje
  • 10:20 - 10:35: werkvorm "wijzen"
  • 10:35:               lesdoelen   
  • 10:35 - 10:45: bespreken & instructie
  • 10:45 - 10:55: zelfstandig oefenen
  • 10:55 - 11:05: bespreken oefeningen
  • 11:05: afsluiting

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:

- De ‘aantonende wijs’, ‘gebiedende wijs’ en ‘aanvoegende wijs’ herkennen.
 
- Ten minste één voorbeeldzin geven in de ‘aantonende wijs’, ‘gebiedende wijs’ en de ‘aanvoegende wijs’.

Slide 14 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05: landen & kennismaking
  • 10:05 - 10:15: 10 minuten lezen
  • 10:15 - 10:20: filmpje
  • 10:20 - 10:35: werkvorm "wijzen"
  • 10:35:               lesdoelen   
  • 10:35 - 10:45: bespreken & instructie
  • 10:45 - 10:55: zelfstandig oefenen
  • 10:55 - 11:05: bespreken oefeningen
  • 11:05: afsluiting

Slide 15 - Tekstslide

Bespreken & instructie
- Wat valt je op als je naar de werkwoorden in de verschillende kolommen kijkt?
- Waar staan de werkwoorden en hoe zijn ze vervoegd?
- Waarom heten de kolommen “gewoon”, “het moet” en “ouderwets”? 

Deze les gaat over de aantonende wijs, de gebiedende wijs en de aanvoegende wijs.

Probeer deze begrippen nu te koppelen aan de namen in de kolommen: “gewoon”, “het moet” en “ouderwets”.


Slide 16 - Tekstslide

Bespreken & instructie
Boek: pagina 260

Werkwoorden kunnen verschillende vormen hebben: leven, leeft, leefden, levend en geleefd, leef en leve. 
Al die vormen hebben een naam en een eigen functie. 

Aantonende wijs (indicatief)
De indicatief of aantonende wijs is een van de ‘wijzen’ die Nederlandse werkwoorden kunnen aannemen. De andere zijn de aanvoegende wijs (conjunctief) en de gebiedende wijs (imperatief). 

De bekende werkwoordstijden als onvoltooid tegenwoordige tijd, voltooid verleden tijd, enz. vallen allemaal onder de aantonende wijs. Het is dus de overkoepelende term om alle werkwoordstijden mee aan te duiden. 

Slide 17 - Tekstslide

Bespreken & instructie
Boek: pagina 260

Aanvoegende wijs (conjunctief)
De conjunctief, of aanvoegende wijs, wordt gevormd door de -n van de infinitief weg te laten. 

Bekende voorbeelden zijn Leve de Koning!, Men neme twee eieren, Zo waarlijk helpe mij God almachtig. 

De conjunctief kan een wens (Het ga je goed!), een aansporing (Gelieve voor de streep te wachten), een toegeving (Ik heb de nota ingeleverd, zij het een uur te laat) of een gevoel van berusting (Het zij zo) uitdrukken. 

De conjunctief is bijna uit het Nederlands verdwenen; hij komt eigenlijk alleen in dit soort vaste verbindingen nog voor.



Slide 18 - Tekstslide

Bespreken & instructie
Boek: pagina 260

Gebiedende wijs (imperatief)
De imperatief of gebiedende wijs wordt gebruikt om bevelen, aansporingen of verzoeken uit te drukken: ‘Kom binnen’, ‘Ga zitten’. 

De gewone gebiedende wijs is gelijk aan de eerste persoon enkelvoud van het werkwoord. 

De enige uitzondering hierop is de gebiedende wijs van het werkwoord zijn, die wees is: ‘Wees maar niet bang.’ 

Bij werkwoorden als houden en rijden kan de d wegvallen: ‘Hou(d) je mond’, ‘Rij(d) voorzichtig’. 

Slide 19 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05: landen & kennismaking
  • 10:05 - 10:15: 10 minuten lezen
  • 10:15 - 10:20: filmpje
  • 10:20 - 10:35: werkvorm "wijzen"
  • 10:35:               lesdoelen   
  • 10:35 - 10:45: bespreken & instructie
  • 10:45 - 10:55: zelfstandig oefenen
  • 10:55 - 11:05: bespreken oefeningen
  • 11:05: afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig oefenen
  • Maak zelfstandig: oefeningen 1 en 2, p. 260 & 261
  • Je krijgt hier 10 minuten de tijd voor. Hierna gaan we ze bespreken. 
  • Aan de slag!  

HW voor woensdag: oefeningen 1 t/m 4, p. 260 & 261



timer
7:00

Slide 21 - Tekstslide

Agenda
  • 9:50 - 10:05: landen & kennismaking
  • 10:05 - 10:15: 10 minuten lezen
  • 10:15 - 10:20: filmpje
  • 10:20 - 10:35: werkvorm "wijzen"
  • 10:35 - 10:45: bespreken & instructie
  • 10:45 - 10:55: zelfstandig oefenen
  • 10:55 - 11:05: bespreken oefeningen
  • 11:05: afsluiting

Slide 22 - Tekstslide

Bespreken oefeningen
timer
7:00

Slide 23 - Tekstslide

Vragen en HW
  • Vragen?
  • HW woensdag 6 maart: maken oefeningen 3 & 4 p. 261. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide