5h H4 Domein wereld & vraagsoorten examen

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling domein wereld
1. voorbeeld India
2. oefening vraagsoorten examen

Slide 8 - Tekstslide

We gaan oefenen
1. domein wereld
2. vraagsoorten in het examen

Slide 9 - Tekstslide

Sleutelwoord

Slide 10 - Tekstslide

Hoe vind je het sleutelwoord in een vraag?
A
het is het eerste woord van de vraag
B
het is het woord dat gaat de werkwijze
C
het is het meest unieke aardrijkskundige woord
D
het is het werkwoord van de vraag

Slide 11 - Quizvraag

De in de bron weergegeven financiële hoofdsteden zijn gelegen in
verschillende delen van de wereld.
1. Hoe worden deze drie economische kerngebieden
en hun onderlinge relaties samen genoemd?
2. En wat is hier het sleutelwoord?

Slide 12 - Open vraag

Wat is hier het sleutelwoord?

Verklaar het verschil in spreidingspatroon
van SEZ's in China en in India
A
China en India
B
spreidingspatroon
C
SEZ's
D
verklaar

Slide 13 - Quizvraag

Dimensies

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een officiële dimensie in ak-examens?

(er kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
natuur
B
politiek
C
economie
D
cultuur / sociaal-cultureel

Slide 15 - Quizvraag

Hollywoodfilms zijn een belangrijk Amerikaans exportproduct. De export van Hollywoodfilms heeft niet alleen betrekking op de economische dimensie.
Geef aan
- op welke dimensie de export van Hollywoodfilms nog meer betrekking heeft;
- met welk begrip de wereldwijde invloed van Hollywoodfilms vanuit deze dimensie wordt aangeduid.

Slide 16 - Open vraag

Wat is geen officiële dimensie in ak-examens?

(er kunnen meerdere antwoorden goed zijn)
A
natuur
B
politiek
C
werken
D
cultuur

Slide 17 - Quizvraag

In veel opkomende landen is de koffieconsumptie de laatste decennia toegenomen. Een oorzaak hiervan is de toename van de bevolking in deze landen.
Geef twee andere oorzaken van de toegenomen koffieconsumptie in opkomende landen, elk vanuit een andere dimensie.

Slide 18 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van de culturele dimensie?
A
In India is veel urbaan-rurale migratie
B
In India is er een democratie
C
in India worden veel talen gesproken
D
in India komt elke zomer de moesson

Slide 19 - Quizvraag

Alleen investeren in de aanleg van een goede infrastructuur is niet voldoende voor Afrikaanse landen om tot ontwikkeling te komen. Geef een demografische en een politieke verandering die in veel Afrikaanse landen nodig is om tot ontwikkeling te komen.

Slide 20 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van de politieke dimensie?
A
In India is veel urbaan-rurale migratie
B
In India is er een democratie
C
In India worden veel talen gesproken
D
In India komt elke zomer de moesson

Slide 21 - Quizvraag

India heeft een grote filmindustrie in Bollywood. Deze filmindustrie is veel groter dan die in China en ook veel eerder tot bloei gekomen.
Geef hiervoor een politieke reden.

Slide 22 - Open vraag

Geef

Slide 23 - Tekstslide

Wat moet je doen bij een vraag die begint met geef?
A
een kort antwoord geven
B
een antwoord uit de bron halen
C
een antwoord in stappen geven
D
een antwoord met een reden geven

Slide 24 - Quizvraag

Gebruik de bron.
De bron toont de leeftijdsopbouw van de bevolking van Bolivia.
De leeftijdsopbouw van de bevolking van Nieuw-Zeeland wijkt af van die van Bolivia.
Geef twee verschillen tussen de leeftijdsopbouw van de bevolking van deze twee landen.
De volgende vragen komen uit het examen 2016, tweede tijdvak

Slide 25 - Open vraag

Wat voor soort vragen gaat het vaak om bij een vraag die begint met geef?
A
een redenering met stappen
B
een redenering zonder stappen
C
een lang antwoord waar heel veel in staat
D
Een oorzaak/reden/argument noemen

Slide 26 - Quizvraag

Bollywoodfilms worden niet alleen in bioscopen in Azië gedraaid,
maar ook in bioscopen in een aantal westerse landen (zie de bron).
Geef aan
- in welke twee westerse landen de meeste Bollywoodfilms worden
gedraaid;
- waarom juist in die landen veel Bollywoodfilms worden gedraaid.

Slide 27 - Open vraag

Het Amerikaanse mijnbouwbedrijf Freeport-McMoRan heeft van de regering
van Indonesië een vergunning gekocht om ertsen uit de Grasbergmijn te winnen.
Geef twee redenen waarom de regering van Indonesië deze vergunning verkocht
aan een buitenlands bedrijf en niet aan een Indonesisch bedrijf.
De volgende vraag komt uit het examen 2014, 1e tijdvak

Slide 28 - Open vraag

Leg uit

Slide 29 - Tekstslide

Wat moet je altijd doen bij een
leg-uit-vraag?
A
je mening toelichten
B
denkstappen geordend opschrijven
C
een feit geven
D
oorzaak en gevolg benoemen

Slide 30 - Quizvraag

De BRIC-landen kennen de laatste jaren een snel groeiende economie. De economie in veel traditionele centrumlanden groeit de laatste jaren echter niet of nauwelijks.
Eén van de oorzaken voor die niet of nauwelijks groeiende economie is de demografische situatie in deze landen.
Leg uit dat de demografische situatie in veel traditionele centrumlanden niet gunstig is voor economische groei.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 31 - Open vraag

Welke woorden mogen nooit ontbreken aan het begin of einde van een leg-uit-antwoord?
A
verklaring en beschrijving
B
eerst dit en later dat
C
daarom en hierom
D
oorzaak en gevolg

Slide 32 - Quizvraag

Beredeneer

Slide 33 - Tekstslide

Waar gaat het om bij beredeneervragen?
A
het goed geleerd hebben
B
verschillen kunnen aangeven
C
stappen in een logische volgorde
D
wisselen van analyseniveau

Slide 34 - Quizvraag

Japan en Brazilië zullen tussen 2015 en 2040 een andere bevolkingsontwikkeling tonen. Dit wordt o.a. veroorzaakt door het verschil in leeftijdsopbouw. Beredeneer dat dit verschil bijdraagt aan de andere economische ontwikkeling.

Slide 35 - Open vraag

Hoeveel stappen moet je noemen bij een 3-punten vraag?
A
1
B
3
C
2
D
geen

Slide 36 - Quizvraag

Lee Cooper Jeans heeft ook een internetwinkel (webshop). Beredeneer hoe deze internetwinkel van invloed is op het verzorgingsgebied van Lee Cooper Jeans waar de klanten vandaan komen.

Slide 37 - Open vraag