In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
3T - Exponentiële formules maken
Pak alvast de volgende dingen:
- Boek + schrift + etui
- Rekenmachine
- Laptop
Slide 1 - Tekstslide
Vorig jaar zaten er 540 appels in de appelboom, dit jaar is de oogst naar verwachting 22% meer. Hoeveel appels komen er dit jaar aan de boom?
A
118
B
119
C
658
D
659
Slide 2 - Quizvraag
Bij een toename met 32,5% is de groeifactor .... (typ alleen het antwoord in)
Slide 3 - Open vraag
Bij een afname met 16% is de groeifactor .... (typ alleen het antwoord in)
Slide 4 - Open vraag
Bij een afname met 0,4% is de groeifactor .... (typ alleen het antwoord in)
Slide 5 - Open vraag
Veronica heeft op 1-1-2021 € 650 op haar spaarrekening gezet. De jaarlijkse rente is 2%. Geef de formule van het exp. verband dat hierbij hoort. B is het gespaarde bedrag en t de tijd in jaren.
A
B=1,2⋅650t
B
B=650⋅0,98t
C
B=(2⋅650)t
D
B=650⋅1,02t
Slide 6 - Quizvraag
Bereken 5,1 ‰ van 28 000. Rond af op een geheel getal.
Slide 7 - Open vraag
Als je de prijs van een artikel inclusief BTW wil berekenen, dan is de groeifactor....
A
0,21
B
1,21
C
0,79
D
1,021
Slide 8 - Quizvraag
Een iPad kost € 569, incl. 21% BTW. Bereken de prijs excl. BTW. (typ alleen het antwoord in, geen euro-teken)
Slide 9 - Open vraag
LAATSTE VRAAG! Op 1 januari 2020 heb je € 500 op je rekening gezet tegen 3,2% rente. Hoeveel heb je dan op 1 januari 2032?