Les 1 1-11

Rekenen met procentuele toename 

Voor het rekenen met procenten ken je de volgende regels. 

Hoeveel is 36% van 840? 

36% van 840 is 0,36 × 840 = 302,4. 

Hoeveel procent is 16 van 27? 

16 van 27 is          × 100% ≈ 59,3%. 

​27​​16​​

Rekenen met procentuele toename 

Een spaarlamp van € 6,20 wordt 15% in prijs verhoogd. 

Wat is de nieuwe prijs? 

NIEUW = 6,20 + 0,15 × 6,20 = 7,13 euro. 

                 100% + 15% =  115% = 1,15 

NIEUW = 1,15 × 6,20 =  7,13 euro. 

Met welk getal moet je OUD vermenigvuldigen
om NIEUW te krijgen bij een procentuele toename van 7%?

1. 1.07
2. 1.70
3. 0.7
4. 0.07

Met welk getal moet je OUD vermenigvuldigen
om NIEUW te krijgen bij een procentuele toename van 36%?

1. 1.036
2. 1.36
3. 0.36
4. 0.036

Met welk getal moet je OUD vermenigvuldigen
om NIEUW te krijgen bij een procentuele toename van 3.9%?

1. 0.039
2. 0.39
3. 1.39
4. 1.039

Bereken de nieuwe hoeveelheid. Een hoeveelheid van 85 neemt met 21% toe. Rond niet af

1. 95.2
2. 102.85
3. 17.85
4. 67.15

Rekenen met procentuele afname 

Een hoeveelheid neemt met 45% af. 

100% − 45% = 55% = 0,55

NIEUW = 0,55 x OUD

Hoeveel is NIEUW bij een afname van 3,4%? 

100% – 3,4% = 96,6% = 0,966 

NIEUW = 0,966 × OUD. 

Met welk getal moet je OUD vermenigvuldigen
om NIEUW te krijgen bij een procentuele afname van 6%?

1. 1.06
2. 0.06
3. 0.96
4. 0.94

Met welk getal moet je OUD vermenigvuldigen
om NIEUW te krijgen bij een procentuele afname van 38%?

1. 0.62
2. 1.62
3. 0.38
4. 1.38

Met welk getal moet je OUD vermenigvuldigen
om NIEUW te krijgen bij een procentuele afname van 4.3%?

1. 1.043
2. 1.957
3. 0.043
4. 0.957

Bereken de nieuwe hoeveelheid. Een hoeveelheid van 85 neemt met af% toe. Rond niet af.

1. 95.2
2. 102.85
3. 17.85
4. 67.15

Aan de slag

1-11

2abc, 3a, 8abc en 9a heb je al gemaakt :-)