14 06 2022 Check werkwoordspelling

HV1R
Let op: mobiel in je tas! 
Welkom
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HV1R
Let op: mobiel in je tas! 
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Lekker lezen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk

1. Je definitieve tekst over je hobby- of sportclub staat nu in Teams / Classnotebook / Oefentoetsen "Definitieve versie"
2. Je hebt je hele portfolio gecheckt (brief, nieuwsbericht en sportclub, met alle versies en feedback)
3. Je hebt de docent het volgende bericht via Teams verstuurd: Mijn portfolio heb ik gecheckt en het is in orde.

Leesboek mee








Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag

Aan het eind van de les heb je extra werkwoordspelling geoefend en in je boek gelezen.

Ook hebben we een Nieuwsquiz gedaan.









Slide 5 - Tekstslide

Check woordsoorten:


Het regent blauwe druppels in mijn bos.
  • Het:
  • regent:
  • blauwe:
  • druppels:    in:    mijn:    bos:

Slide 6 - Tekstslide

vul de woordsoorten in van elk woord:
Het regent blauwe druppels in mijn bos.
Kies uit: lw, zn, bn, st.bn, pers.vnw, bez.vnw, ww, vz

Slide 7 - Open vraag

Pak je computer en log in op LessonUp


Haal de fout in werkwoordspelling uit de volgende zinnen:

Slide 8 - Tekstslide

Zoek de fout!
Het gebeurd maar al te vaak dat mijn telefoon wordt gehackt.
A
geen fout
B
gebeurd
C
wordt
D
gehackt

Slide 9 - Quizvraag

Zoek de fout!
Is het jou wel eens gebeurt dat je bestolen werd?
A
geen fout
B
gebeurt
C
bestolen
D
werd

Slide 10 - Quizvraag

Zoek de fout!
Terwijl het meisje wachtte, word je broer gebeld.
A
geen fout
B
wachtte
C
word
D
gebeld

Slide 11 - Quizvraag

Zoek de fout!
Een grote groep mensen lachten om de grap die verteld werd.
A
geen fout
B
lachten
C
verteld
D
werd

Slide 12 - Quizvraag

Hij verzendt graag een pakketje dat vandaag opgehaald wordt.
A
geen fout
B
verzendt
C
opgehaald
D
wordt

Slide 13 - Quizvraag

Hij besloot te schieten en richte zijn geweer op het doel.
A
geen fout
B
besloot
C
schieten
D
richte

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf een correcte zin met de volgende woorden:
word - verstuurt

Slide 15 - Open vraag

Schrijf een correcte zin met de volgende woorden:
meldden - gestolen

Slide 16 - Open vraag

Nieuwsquiz!

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je bereikt? 

Slide 18 - Tekstslide