Bouwsteen 1 - Startklaar

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Doelen
Doelen
▪ Handelen vanuit gemeenschappelijkheid
▪ Evalueren van en reflecteren op onderwijskwaliteit
▪ Ontwikkelbehoeften van individuele docenten identificeren
▪ Systematiek in collegiale feedback
▪ Ontwikkelen van een professionele cultuur: Stimuleren van een cultuur waarin ontwikkeling centraal
staat en successen gevierd worden.

Slide 2 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Overzicht Periode 1
  • Thema: JdW-Kijkwijzer
  • Benodigde lesmaterialen: Kijkwijzer, klimwijzer, laptop


Bijeenkomst 1
Bijeenkomst 2
Bijeenkomst 3
Bijeenkomst 4
Startklaar
Voorkennis activeren
Leerdoelgericht werken
Formatief handelen
Bijeenkomst 5
Bijeenkomst 6
Bijeenkomst 7
Bijeenkomst 8
Actieve verwerking
Inclusieve didactiek
Concrete en herkenbare voorbeelden
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen 
  1. Je kent de inhoud van de bouwsteen Startklaar (R).
  2. Je kunt de juiste omstandigheden creëren om samen met de leerlingen startklaar te zijn voor de les (T1).
  3. Je kunt, indien de situatie afwijkt van normaal, de juiste omstandigheden creëren om samen met de leerlingen startklaar te zijn voor de les (T2).


Slide 4 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gouden tip heb jij (gekregen)?

Slide 7 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Wissel uit


Wat helpt jou om samen met de leerlingen startklaar te zijn?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouwen van gewoontes
"Onderzoek toont aan dat een goede sfeer zorgt voor betere schoolresultaten."

"Een effectieve aanpak van gedrag in school vraagt nadenken over routines en relatie, niet alleen over regels en sancties."

"Zonder goed gedrag wordt effectief leren moeilijk." 
(Bennet, 2020) 

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Kijkwijzer
Klimwijzer

Slide 10 - Tekstslide

Punten Lesobservatie formulier hierbij verwerken?
Wissel uit


Hoe maken we gewenst gedrag echt makkelijker en ongewenst gedrag moeilijker? 

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Gedrag



1. Gedrag dient als een curriculum te worden beschouwd.
2. Gedrag moet aan de leerlingen worden onderwezen, enkel uitleggen is onvoldoende.
3. Een uniforme gedragsstrategie is effectief voor alle leerlingen.
4. Optimaliseer de omgeving zodanig dat het voor leerlingen gemakkelijker is om gewenst gedrag te vertonen dan om ongewenst gedrag te vertonen.
5. Constructieve relaties zijn geworteld in structuur en hoge verwachtingen.
6. Leerlingen zijn inherent sociale wezens.
7. Consistentie vormt de basis voor goede gewoonten.
8. Ieder individu wil er toe doen.
9. De regels van onze school zijn bindend voor iedereen.
10. De regels van de klas zijn specifiek en moeten worden nageleefd.



(Bennet, 2020) 

Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Routine
Een routine is een reeks opeenvolgende gedragingen die je regelmatig gebruikt om een bepaald doel te bereiken. Routines zijn een soort recept.  

Routines zijn:
  • specifiek
  • komen in een vaste volgorde voor
  • eenvoudiger te onderwijzen omdat ze heel duidelijk gedefinieerd zijn;
  • een ‘verzameling’ van gedragingen die belangrijk zijn voor de groep om op een beschaafde en efficiënte manier te functioneren.




(Bennet, 2020) 

Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wissel uit


Aan welke routines besteed je op dit moment veel aandacht?
Hoe doe je dit? 

Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wissel uit


Denkend aan de voorbeelden op de vorige slide:
Waar besteed jij op dit moment veel aandacht aan?
Waar zou je meer aandacht aan willen besteden?

Slide 15 - Tekstslide

Verdiepende vraag voor de trainer:
Waarbij zou je elkaar kunnen ondersteunen?
Wat voor feedback geef je deze collega?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze

Slide 17 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Noteer
Noteer kort voor jezelf, naar aanleiding van de eerste schoolweken, de antwoorden van de volgende opdracht.

Opdracht:
Kies vier leerlingen uit je klas, bijvoorbeeld een leerling die goed kan leren, een leerling die moeite heeft met leren en een stille (of juist heel drukke) leerling.
  • Welke verwachtingen heb je van de leerling? 
  • Wat merkt een leerling van jouw verwachtingen? Wat zien leerlingen jou doen, of horen ze je zeggen?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pygmalion effect

Slide 19 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Pygmalion effect
(Jacobson & Rosenthal, 1968; Weinstein, 1986; Saphier, 2017; Rubie Davies, 2015)
Centrale vraag: In welke mate hebben leraarverwachtingen invloed op cognitieve leerprestaties?

Conclusie: overtuiging dat leraren anders omgaan met (groepen) leerlingen en dat dit de leerprestaties beïnvloedt. Via verbale en non-verbale communicatie.

Slide 20 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wissel uit


Welke handelingen zijn kenmerkend voor een docent met hoge verwachtingen?

Slide 21 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Verwachtingen
(Jacobson & Rosenthal, 1968; Weinstein, 1986; Saphier, 2017; Rubie Davies, 2015)

Slide 22 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Vragen stellen
Laten we met elkaar inzoomen op de verschillende typen vragen die wij aan leerlingen stellen.

Slide 23 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 24 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 25 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 26 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 27 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 28 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Waar ga je morgen meteen mee aan de slag?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze bijeenkomst
  • Gedragscurriculum
  • Startklaar
  • Gewenst en ongewenst gedrag
  • Routines
  • Succeservaringen
  • Hoge positieve verwachtingen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht

Maak een afspraak met één van je collega's voor een flitsbezoek voor de bouwsteen Startklaar. Bespreek samen hoe het ging, wat ging goed en waar zitten de verbeterpunten?

Wil je meer weten over het gedragscurriculum?
  • Regie in de klas, Tom Bennet
  • Doorloopjes 1 t/m 3, Tom Sherrington

Slide 31 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Plan je flitsbezoek
Tijdens het flitsbezoek focus je je op onderstaande punten.
Voer het lesbezoek uit voor de volgende bijeenkomst.

Slide 32 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Afsluiting
  1. Je kent de inhoud van de bouwsteen Startklaar (R).
  2. Je kunt de juiste omstandigheden creëren om samen met de leerlingen startklaar te zijn voor de les (T1).
  3. Je kunt, indien de situatie afwijkt van normaal, de juiste omstandigheden creëren om samen met de leerlingen startklaar te zijn voor de les (T2).

Slide 33 - Tekstslide

Zijn alle doelen behaald?
Moet er volgende week nog ergens (extra) aandacht aan worden besteed?
Relevante Literatuur
Literatuur:
Bennett, T. (2022). Phronese. Regie in de klas.
Voerman, L., Faber F. (2023). Didactisch coachen 1. De Weijer Design
Voerman, L., Faber F. (2020). Diddactisch coachen 2. De Weijer Design
Sherrington, T. (2021). Phronese. Doorloopjes 1
Sherrington, T. (2022). Phronese. Doorloopjes 2
Sherrington, T. (2023). Phronese. Doorloopjes 3

Johan de Witt document:
Gedragscurriculum 

Slide 34 - Tekstslide

Zijn alle doelen behaald?
Moet er volgende week nog ergens (extra) aandacht aan worden besteed?