Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
a2/h2_spel_ haben + sein
Wiederholung!
(=herhaling)
Was weißt du noch?
(=Wat weet je nog?)
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wiederholung!
(=herhaling)
Was weißt du noch?
(=Wat weet je nog?)
Slide 1 - Tekstslide
Welke vertalingen hooren bij elkaar?
ik
du
hij
wij
jullie
zij (mv)
zij (ev)
het
u
ich
du
er
wir
ihr
sie (mv)
sie (ev)
es
Sie
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is "JIJ" in het Duits?
A
DOE
B
DU
C
WIR
D
IHR
Slide 3 - Quizvraag
Wat is "ES" in het Nederlands?
A
HEM
B
ZIJ
C
HET
D
HUN
Slide 4 - Quizvraag
Wat is "JULLIE" in het Duits?
A
ER
B
DU
C
WIR
D
IHR
Slide 5 - Quizvraag
Wisst ihr es noch? Das Verb sein.
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 6 - Sleepvraag
Sein: du
A
ist
B
bin
C
sind
D
bist
Slide 7 - Quizvraag
sein: ihr
A
sind
B
seit
C
seid
D
ist
Slide 8 - Quizvraag
sein: Sie
A
seid
B
ist
C
sind
D
bist
Slide 9 - Quizvraag
sein: du
Slide 10 - Open vraag
het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 11 - Sleepvraag
'haben' en 'sein'
Dat zijn de werkwoorden hebben en zijn. Deze heb je n bijna iedere zin nodig.
Zeker voor zinnen met een voltooid deelwoord.
Slide 12 - Tekstslide
haben: wir
A
habt
B
habe
C
haben
D
hast
Slide 13 - Quizvraag
haben: sie (mv)
A
habt
B
haben
C
hat
D
hast
Slide 14 - Quizvraag
haben: du
Slide 15 - Open vraag
haben: er
Slide 16 - Open vraag
sein: wir
Slide 17 - Open vraag
Gut gemacht!
Slide 18 - Tekstslide
Haben en sein
Vul de juiste vorm in het Duits in.
Wir _______________ eine Katze (= een kat).
______________ ihr Hunger (= honger)?
___________ du die Tochter von Herrn Maier?
Ich _________ 14.
Meine Adresse _____________ Hausmannsallee 112.
____________ Sie die neue Nachbarin (= buurvrouw)?
Die Kinder ___________ nicht gefrühstückt (= ontbeten).
_____________ du meine Handynummer (= telefoonnummer)?
Slide 19 - Tekstslide
Haben en sein
Vul de juiste vorm in het Duits in.
Wir
haben
eine Katze (= een kat).
Habt
ihr Hunger (= honger)?
Bist
du die Tochter von Herrn Maier?
Ich
bin
14.
Meine Adresse
ist
Hausmannsallee 112.
Sind
Sie die neue Nachbarin (= buurvrouw) von Lina?
Die Kinder
haben
nicht gefrühstückt (= ontbeten).
Hast
du meine Handynummer (= telefoonnummer)?
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
haben/sein + pers.vnw
November 2019
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
h4_wdh_ haben + sein
September 2024
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
haben/sein + pers.vnw
November 2019
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
h2_haben und sein + pers.vnw
November 2019
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
a2/h2_haben, sein, werden + pers.vnw
Oktober 2019
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Haben und Sein
Maart 2019
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Haben und Sein
Oktober 2018
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Haben und Sein in T.T
Maart 2022
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2