3.1 De Renaissance

Leerdoelen
  • met een voorbeeld uitleggen hoe het mensbeeld en het wereldbeeld veranderden tijdens de renaissance;
  • uitleggen wat de invloed van het humanisme was op deze veranderingen; 
  • oorzaken noemen van het ontstaan van de renaissance in Italië; 
  • met een voorbeeld uitleggen dat de renaissance zich ook naar Noord-Europa verspreidde.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • met een voorbeeld uitleggen hoe het mensbeeld en het wereldbeeld veranderden tijdens de renaissance;
  • uitleggen wat de invloed van het humanisme was op deze veranderingen; 
  • oorzaken noemen van het ontstaan van de renaissance in Italië; 
  • met een voorbeeld uitleggen dat de renaissance zich ook naar Noord-Europa verspreidde.

Slide 1 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  • Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
  • De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 2 - Tekstslide

Tijdvak 5. TIJD VAN ONTDEKKERS EN HERVORMERS 1500-1600

  • HET BEELDMERK VAN DIT TIJDVAK:
  • Op de achtergrond zie je een tekening van Leonardo da Vinci van de ideale verhoudingen van het menselijk lichaam, als symbool van de Renaissance in de kunst en de ontdekkingen in de wetenschap. Op de voorgrond zie je een model van de Santa Maria, het schip waarmee Columbus naar de Nieuwe Wereld voer. Dit staat voor de ontdekkingsreizen.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe moeten we het verschijnsel Renaissance duiden?

  • Citaat van kunsthistoricus Vasari rond 1550: 'Maar de meester, die van alle doden en levenden de zegepalm wegdraagt, die allen overtreft en overschaduwt, is de goddelijke Michelangelo Buonarotti, die niet slechts een der kunsten, maar in alle drie tegelijk domineert'
  • Rond 1550: Vasari vatte de nieuwe kunstbeweging samen in het begrip Renaissance (wedergeboorte)
  • Sinds 1860 kent het verschijnsel Renaissance een bredere betekenis: Bloei van kunst, literatuur en wetenschap als nieuwe levensbeschouwing onder de stedelijke burgerij tussen 1300 en 1600.
  • 19e eeuw: Binnen het gebied van de letteren gebruiken we sinds de 19e eeuw de term: humanisme.

Slide 4 - Tekstslide

Een nieuwe kunststijl
  • Een zoektocht naar de verborgen schoonheid van de schepping leidde tot een nieuwe kunsstijl: streven naar goddelijke perfectie!
  • Een goddelijke schepper kan schoonheid creëren en onze door God onvoltooide schepping verbeteren!
  • Toepassen van perspectief, licht, schaduw, anatomie, emotie- en natuurgetrouwe kleuren
  • Kunstenaars werden bekend/beroemd!

Slide 5 - Tekstslide

Homo universalis (universeel mens)
  • Ideaal mens: kunstenaars als Michelangelo, Leonarda da Vinci en Rafael, blonken vaak uit in meerdere disciplines: beeldhouwkunst, schilderkunst, architectuur etc. 
  • Hiernaast de Sint Pieter met de door Michelangelo ontworpen Koepel.
  • Ook Leonardo da Vinci was representatief voor de Renaissance vanwege de vele disciplines waarin hij uitblonk!

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Herhaling
  • Waar ontstond de Renaissance en waarom?
  • Leg het begrip Renaissance uit.
  • Wat was het verschil tussen de mentaliteit in de Middeleeuwen en de Renaissance? Noem daarbij de begrippen die daarbij hoorde.
  •  De manier van hoe kunst gemaakt werd in de Renaissance en hoe tegen kunstenaars werd aangekeken verschilde enorm van de Middeleeuwen. Leg uit!
  • Humanisten gingen klassieke werken bestuderen. Welke factoren stimuleerde dit?
  • Kritiek op de katholieke kerk nam onder humanisten en theologen (waaronder Maarten Luther) toe. Leg uit waar dit aan lag.
  • De boekdrukkunst heeft bijgedragen aan het succes van Maarten Luther. Leg uit hoe dit kan.

Slide 8 - Tekstslide

KA: Het mens –en wereldbeeld van de renaissance / hernieuwde oriëntatie op de klassieke oudheid. 

  • 15e eeuw: begin Renaissance in N-Italië (rijkdom zorgde voor een hoogontwikkelde burgerlijke cultuur).  Hier groeide een klimaat van culturele bloei en vernieuwing.
  • Kunstenaars richtten zich in hun werken nadrukkelijk op de antieke oudheid.
  • Nieuw levensmotto: Carpe Diem (pluk de dag) in plaats van Memento Mori (gedenk te sterven = tijdelijkheid aardse bestaan benadrukken).
  • Rijke elite wilde zijn rijkdom tonen!
 

Slide 9 - Tekstslide

De invloed van het humanisme op de Renaissance:

  • Vertalen van klassieke teksten los van christelijke invloeden (meer kritisch kijken naar middeleeuwse ‘vertalingen’).
  • Gevluchte geleerden uit Constantinopel (na Turkse verovering van 1453) namen oorspronkelijke manuscripten uit de oudheid en Arabische vertalingen mee.. 
  • Lezen van klassieke teksten: verschuiving van geleerden naar opleidingen hoge burgerij (nieuw opvoedingsideaal). Waarbij Latijn plaats maakte voor de eigen landstaal 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kunst en humanisme
Klassieke kunst

  • Architecten en kunstenaars bestudeerden ook het werk van de Grieken en Romeinen (zo echt mogelijk de werkelijkheid uitbeelden door anatomie en natuur te bestuderen).
  • Een vrije ontwerp- en onderwerpkeuze van kunstenaars (mens centraal, emotie, getrouwe weergave, omgeving etc.) 
  • De kerk bleef wel een belangrijke opdrachtgever en de Bijbel een grote inspiratiebron!
  • Anonimiteit van de middeleeuwse schilder maakt plaats voor de zelfbewuste kunstenaar (signeren van werken). 
Humanisme: De mens in het middelpunt
  • Het humanisme breekt met een van de belangrijkste christelijke dogma’s, namelijk dat de mens de erfzonde met zich meedraagt en moet strijden tegen het ingeboren kwaad. Humanisten gaan ervan uit dat de mens in wezen goed is, vrij en verstandig. Het uitverkoren wezen om Gods schepping te vervolmaken. 

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen.....
  • Door de veranderende mentaliteit is men zoekende en wil men grenzen verleggen (ook letterlijk via ontdekkingsreizen) 
  • Behoefte naar meer wetenschappelijke kennis over natuur en mens gaat leiden tot nieuwe manieren van onderzoek
  • Onvrede onder gelovigen over de katholieke kerk zorgt ervoor dat geleerden religieuze bronteksten bestuderen (brug naar de Reformatie die zou leiden tot een breuk in het christendom par. 5.3) 

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen
  • renaissance: periode tussen 1300 en 1600, waarin niet langer het hiernamaals centraal stond, maar de mens in het hier en nu.
  • mensbeeld: de ideeën die mensen hebben over zichzelf en de mensen om hen heen.
  • wereldbeeld: de ideeën die mensen hebben over de hun bekende wereld.
  • unomo universale: Italiaans voor ‘universele mens’, de ideale mens uit de tijd van de renaissance, die uitblinkt op alle terreinen van het leven, zoals wetenschap, kunst en literatuur.
  • humanisme: cultuur van geleerden uit de tijd van de renaissance. Humanisten oriënteerden zich sterk op de literatuur en geschiedenis uit de oudheid.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video