Het
onderwerp (o) geeft aan
wie of
wat iets doet.
We zeggen ook wel: het is de hoofdrolspeler van de zin.
Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar, want:
- Ze staan meestal naast elkaar;
De keeper rende richting de bal.
Daarna rende hij snel terug naar zijn doel.
- Als de pv in het enkelvoud staat, staat het onderwerp ook in het enkelvoud;
Dave schopte de bal naar Jamie.
- Als de pv in het meervoud staat, staat het onderwerp ook in het meervoud.
Dave en Jamie maakten samen een doelpunt.