Onweer

Overal NaSk
Wat heb je nodig vandaag?



Boek en schrift
Rekenmachine
Pen


1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Overal NaSk
Wat heb je nodig vandaag?



Boek en schrift
Rekenmachine
Pen


Slide 1 - Tekstslide

Planning
9 april    6.4 Donder en bliksem
                 11 april Herhaal H6 Het weer
Na de mei vakantie 


Week 6 mei
Hoofdstuk 4: Stoffen en straling
Week 16 mei
H7 Kracht en beweging
Week 27 mei
TWB

Slide 2 - Tekstslide

Filmpje - Raadsel
Waarom ?  waarom?  waarom ? waarom ?  waarom?  waarom?  waarom?  waarom  ?  waarom ? WAAROM ?
WAAROM ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?? ? ???????

Slide 3 - Tekstslide

6.4 Donder en bliksem

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren?
  • Hoe onweer onstaat
  • Hoe een bliksemafleider werkt
  • Wat je wel en niet moet doen bij onweer

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ontstaat onweer?
Kijk het filmpje

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Onweer in de Nederlandse taal
Ken je de volgende spreekwoorden en gezegden? 

Slide 8 - Tekstslide

  1. In een wolk zitten water- en ijsdeeltjes
  2. Deeltjes wrijven tegen elkaar 
  3. Lichte ijsdeeltjes raken positief geladen, zwaardere waterdeeltjes raken negatief geladen
  4. Positieve en negatieve deeltjes trekken elkaar aan 
  5. Er ontstaat bliksem in de wolk
  6. Spanning in de wolk wordt steeds groter 
  7. Bliksem slaat in op de positief geladen aarde

Slide 9 - Tekstslide

Daar kun je donder op zeggen
A
Daar ben ik het helemaal mee eens
B
Daar kun je op rekenen
C
Dat klopt helemaal niet
D
Dat kun je harder zeggen

Slide 10 - Quizvraag

De boel is naar de bliksem
A
Alles is statisch geladen
B
Alles is weer gemaakt
C
Alles is verloren
D
Alles is naar huis

Slide 11 - Quizvraag

Hij heeft een donderstem
A
Hij is schor
B
Hij heeft een harde, luide stem
C
Hij heeft geen stem meer over
D
Hij hoest hard

Slide 12 - Quizvraag

Een bliksemactie
A
Een snelle actie
B
Een harde actie
C
Een felle actie
D
Een verloren actie

Slide 13 - Quizvraag

Daar heb je het gedonder al
A
Daar begint het onweer
B
Daar heb je de protestactie
C
Kijk uit, het dondert!
D
Daar zijn de problemen

Slide 14 - Quizvraag

Als bliksemafleider fungeren
A
De schuld op zich nemen
B
Graag geraakt worden door de bliksem
C
Mensen afleiden van hun werk
D
Jongleren als het onweert

Slide 15 - Quizvraag

Als een donderslag bij heldere hemel
A
Heel plotseling, onverwacht
B
Iets dat helemaal niet kan
C
Heel hard praten
D
Onweer in de zomer

Slide 16 - Quizvraag

Er is donder aan de lucht
A
Iemand praat heel hard
B
Het onweert heel hard
C
Er komen problemen aan
D
De lucht is vervuild

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video


In een onweerswolk

 ontstaat ladingscheiding.

Slide 19 - Tekstslide

Bekijk de video over de bliksemafleider
Bekijk de video over de werking van een bliksemafleider 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe ontstaat onweer?
Kijk het filmpje

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

  Wat moet je doen als het onweert?

Slide 23 - Tekstslide

Wel doen
  • je klein maken, op je hurken met je hoofd tussen je knieën
  • schuilen in een auto 
  • naar binnen
Niet doen
  • op het water 
  • op een open plek
  • onder een boom schuilen
  • fietsen

Slide 24 - Tekstslide

Quiz
Wie heeft het beste opgelet?

Slide 25 - Tekstslide

Warme, vochtige lucht stijgt op
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Wolken bestaan uit regendruppels
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Door wrijving in een wolk ontstaat bliksem
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Doordat waterdruppels zwaarder zijn dan ijs, raken ze door wrijving positief geladen
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

De aarde is negatief geladen
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Hoe heet is een bliksem?
A
300 graden Celsius
B
3000 graden Celsius
C
30.000 graden Celsius
D
300.000 graden Celsius

Slide 31 - Quizvraag

Waar zal de bliksem inslaan?
1       2                   3                              4
A
1 Erasmusbrug
B
2 Euromast
C
3 toren van Koolhaas
D
4 zendmast

Slide 32 - Quizvraag

Waar wordt een bliksemafleider van gemaakt?
A
ijzer
B
koper
C
brons
D
staal

Slide 33 - Quizvraag

Hoe diep gaat een bliksemafleider de grond in?
A
30-40 meter
B
3-8 meter
C
8-15 meter
D
18-30 meter

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Video

Planning
                       9 april en 11 april - 1.1 Hefboom gebruiken 
                                                              1.2 Rekenen aan hefboom
                         
                         16 april  en 18 april
                                                        1.3 Overbrengen (Katrollen en takels)
                                                        1.4 Druk
                        

Slide 36 - Tekstslide