Weer & klimaat les 7 - onweer

Onweer en bliksem
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onweer en bliksem

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ontstaat onweer?
Kijk het filmpje

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk de video over de bliksemafleider
Bekijk de video over de werking van een bliksemafleider 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat moet je doen als het onweert?
timer
1:00

Slide 5 - Open vraag

Onweer in de Nederlandse taal
Ken je de volgende spreekwoorden en gezegden? 

Slide 6 - Tekstslide

Daar kun je donder op zeggen
A
Daar ben ik het helemaal mee eens
B
Daar kun je op rekenen
C
Dat klopt helemaal niet
D
Dat kun je harder zeggen

Slide 7 - Quizvraag

De boel is naar de bliksem
A
Alles is statisch geladen
B
Alles is weer gemaakt
C
Alles is verloren
D
Alles is naar huis

Slide 8 - Quizvraag

Hij heeft een donderstem
A
Hij is schor
B
Hij heeft een harde, luide stem
C
Hij heeft geen stem meer over
D
Hij hoest hard

Slide 9 - Quizvraag

Een bliksemactie
A
Een snelle actie
B
Een harde actie
C
Een felle actie
D
Een verloren actie

Slide 10 - Quizvraag

Daar heb je het gedonder al
A
Daar begint het onweer
B
Daar heb je de protestactie
C
Kijk uit, het dondert!
D
Daar zijn de problemen

Slide 11 - Quizvraag

Als bliksemafleider fungeren
A
De schuld op zich nemen
B
Graag geraakt worden door de bliksem
C
Mensen afleiden van hun werk
D
Jongleren als het onweert

Slide 12 - Quizvraag

Als een donderslag bij heldere hemel
A
Heel plotseling, onverwacht
B
Iets dat helemaal niet kan
C
Heel hard praten
D
Onweer in de zomer

Slide 13 - Quizvraag

Er is donder aan de lucht
A
Iemand praat heel hard
B
Het onweert heel hard
C
Er komen problemen aan
D
De lucht is vervuild

Slide 14 - Quizvraag

Warme, vochtige lucht stijgt op
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Wolken bestaan uit regendruppels
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Door wrijving in een wolk ontstaat bliksem
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

De aarde is negatief geladen
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet is een bliksem?
A
300 graden Celsius
B
3000 graden Celsius
C
30.000 graden Celsius
D
300.000 graden Celsius

Slide 19 - Quizvraag

Waar zal de bliksem inslaan?
1       2                   3                              4
A
1 Erasmusbrug
B
2 Euromast
C
3 toren van Koolhaas
D
4 zendmast

Slide 20 - Quizvraag

Waar wordt een bliksemafleider van gemaakt?
A
ijzer
B
koper
C
brons
D
staal

Slide 21 - Quizvraag

Hoe diep gaat een bliksemafleider de grond in?
A
30-40 meter
B
3-8 meter
C
8-15 meter
D
18-30 meter

Slide 22 - Quizvraag

Vroeger geloofden de mensen dat als je op een pad trapte of een kikker dat er dan onweer kwam
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Hoe kun je een onweersbui voorspellen?

Slide 24 - Open vraag

Een bliksemflits is......
A
heel langzaam
B
niet gevaarlijk
C
meer dan 6 km lang
D
overdag niet te zien

Slide 25 - Quizvraag

Als er wespen rondvliegen komt er onweer
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Bij onweer is er ook altijd een bolbliksem te zien
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

  Wat moet je doen als het onweert?

Slide 28 - Tekstslide