In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van zetmeel
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van eiwitten
Slide 12 - Quizvraag
Door kauwen wordt het oppervlak van het voedsel vergroot. Waarom?
A
Speeksel werkt beter in op het voedsel
B
Bacteriën vallen zo makkelijker in het zuur.
C
De dunne darm werkt beter
D
Dan werkt de dikke darm beter
Slide 13 - Quizvraag
Je tong duwt het voedsel in de slokdarm. Hoe wordt voorkomen dat het voedsel niet in je neusholte of luchtpijp terecht komt?
A
De huig sluit de luchtpijp af en het strotklepje de neusholte
B
De huig sluit de neusholte af en het strotklepje de luchtpijp
C
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel A?
A
Maag
B
Luchtpijp
C
Slokdarm
D
Endeldarm
Slide 15 - Quizvraag
Het deel dat aangegeven wordt met letter P stelt een klier voor. Wat is de naam van deze klier?
A
Alvleesklier
B
Galblaas
C
Dunne darmsap klier
D
Speekselklier
Slide 16 - Quizvraag
Waar staat onderdeel 3 voor
A
Maag
B
Dunne darm
C
12-vingerige darm
D
Endeldarm
Slide 17 - Quizvraag
1. Het maagportier is een kringspier die de maag afsluit 2. Darmplooien en darmvlokken zitten in de maagwand en vergroten het oppervlak
A
1 waar
2 nietwaar
B
1 niet waar
2 waar
C
Beide waar
D
Beide nietwaar
Slide 18 - Quizvraag
De alvleesklier wordt aangegeven met letter ...?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 19 - Quizvraag
De lever wordt aangegeven met letter...?
A
P
B
Q
C
R
D
S
Slide 20 - Quizvraag
Donny zegt: Gal is een enzym. Ben zegt: Gal verteert vetten. Wie heeft gelijk?
A
Donny
B
Ben
C
Allebei
D
Geen van beiden
Slide 21 - Quizvraag
Door micro-organismen afgebroken koolhydraten worden in het bloed opgenomen en naar de lever gevoerd.
Hoe heet het bloedvat waardoor deze stoffen vanuit het verteringsstelsel naar de lever worden gevoerd?
A
Darmader
B
Darmslagader
C
Poortader
D
Onderste holle ader
Slide 22 - Quizvraag
De maag van een koe bestaat uit verschillende delen. De overige delen van het verteringskanaal hebben dezelfde namen als bij de mens.
In de tekst staat dat methaan het verteringskanaal van de koe verlaat via boeren en winden. Passeert dit gas dan de endeldarm? En passeert dit gas dan de slokdarm?
A
Alleen endeldarm
B
Alleen slokdarm
C
Beiden
D
Geen van beiden
Slide 23 - Quizvraag
Naast enzymen wordt er ook gal aan het voedsel toegevoegd.
In welk deel van het verteringskanaal wordt gal aan het voedsel toegevoegd?
A
Dunne Darm
B
Endeldarm
C
Maag
D
12-vingerige darm
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de functie van dit orgaan in de spijsvertering?
A
Gal verwijderen
B
Gal maken
C
Gal opslaan
D
Gal verteren
Slide 25 - Quizvraag
Darmvlokken spelen een rol bij de opname van het grootste deel van de verteerde voedingsstoffen. In welk deel van het verteringsstelsel bevinden zich darmvlokken?
A
In de slokdarm
B
In de maag
C
In de dunne darm
D
In de dikke darm
Slide 26 - Quizvraag
Veel koolsoorten bevatten vezels. Koolhydraten in die vezels worden door menselijke enzymen in het verteringskanaal niet verteerd. Bacteriën in het verteringskanaal breken deze onverteerbare koolhydraten wel af.
In welk deel van het verteringskanaal komen veel bacteriën voor die onverteerbare resten afbreken?