week 47

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Week 47

Aan het einde van deze week kan jij:

- de regels voor het spellen van leenwoorden gebruiken

- het koppelteken en het weglatingsstreepje gebruiken

Klaar?

- lezen

Vandaag:

- mededeling Sinterklaas

- keuze boeken

- instructie + klassikale opdrachten

- zelfstandig werken + nakijken!!

Je legt klaar:

- iPad 

- Nieuw Nederlands

- werkschrift

- etui

hulp? check het eerst bij een groepsgenoot!

Achterkant werkblad Tekstverbanden en signaalwoorden

Meer dan lezen §3: 1, 2, 3

Spelling §2: 1, 2, 3

Spelling §4: 1, 2, 3, 4, 6

Koen: §7, §8                       Robin: §8

Valente: §8                                               

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Toetsvoorbereiding

Lezen: 1/3 punten op de toets

Meer dan lezen §3 - Tekstverbanden en signaalwoorden (2)

- doel-middelverband - oorzakelijk verband - redengevend verband

- samenvattend verband - vergelijkend verband

Spelling: 2/3 punten op de toets

Spelling §2 - Leestekens 

Spelling §3 - Leenwoorden (Engelse en Franse leenwoorden)

Spelling §4 - Koppelteken en weglatingsstreepje

Spelling §5 - Tussenletters in samenstellingen

Spelling §6 - Aan elkaar of los?

Koen: §7, §8                       Robin: §8

Valente: §8                                               

Wanneer hoofdletter?

Aantekening leestekens

punt:

Aan het eind van de zin. De volgende zin gaat dan ook over iets anders. 

Aantekening leestekens

komma:

Je hoort in de zin een rustmoment als je het hardop zou zeggen. Dat is:

- tussen twee persoonsvormen

- na voegwoorden: zodat, daardoor, bijvoorbeeld

- tussen opsommingen, bijvoorbeeld: Amsterdam, Rotterdam en Den Haag

- om een stukje heen die in zijn geheel ook weg kan worden gelaten

Aantekening leestekens

dubbele punt:

Bij een toelichting of als je voorbeeld geeft

Als het tweede deel van de zin een verklaring is voor wat je eerst zegt en geen zelfstandige zin kan zijn.

Je kan een dubbele punt vaak vervangen voor het woordje want.

Aantekening leestekens

aanhalingstekens:

- Als iemand iets zegt. De aanhalingstekens komen helemaal vooraan en helemaal achteraan.

- als je een woord extra wil uitlichten

Aantekening leestekens

koppelteken:

Samenkoppelingen: heen-en-weer, vergeet-mij-nietje

Samenstellingen: twee woorden die samen een woord worden, maar niet tegen elkaar aan kunnen staan.

- bij botsende klinkers: camera-instelling

- bij letters, cijfers, symbolen: @-teken, A5-papier

- bij aardrijkskundige namen: Noord-Duitsland

- bij voorvoegsels, bijvoorbeeld ex-, oud-, aspirant- non-

- gelijkwaardige woorden: paars-groen, café-restaurant, bar-discotheek

- als het tweede woord met een hoofdletter begint: anti-Europees

Aantekening leestekens

weglatingsstreepje:

Je vervangt een een deel van het woord die dubbel voorkomt voor een weglatingsstreepje.

op- en aanmerkingen

kerstbomen en -ballen

Spel op de juiste manier:
Zijn gedachte was nogal __. (zwart wit)

Spel op de juiste manier:
Deze __ (ex docent) zit nu in de politiek.

Spel op de juiste manier:
Ik wil nieuwe __ (auto accessoires).

Spel op de juiste manier:
Bij bedragen gebruik je het _ (€ teken).

Spel op de juiste manier:
Op de hoek zit een __ (auto garage).

Spel op de juiste manier:
De __ (rode loper)is aan vervanging toe.

Spel op de juiste manier:
We zoeken een nieuwe __ (tuinman of tuinvrouw).

Spel op de juiste manier:
Er bestaan __ (witte eieren en bruine eieren).

Spel op de juiste manier:
In dit land zijn we __ (anti racisme).

Spel op de juiste manier:
Het regent veel in het __ (voorjaar en najaar).

Plaats de juiste leestekens:
we hebben genoten van het lekkere weer we hebben lekker gewandeld

Plaats de juiste leestekens:
als je het leuk vindt mag je de volgende keer mee wandelen

Plaats de juiste leestekens:
zijn mijn wandelschoenen die versleten zijn toe aan vervanging

Plaats de juiste leestekens:
vraag sem maar wie de keeper van het Nederlands elftal is hij is een kenner

Plaats de juiste leestekens:
ik ben in drie hoofdsteden geweest amsterdam berlijn en londen

Plaats de juiste leestekens:
ik heb alle stof voor de toets geleerd zei pim behalve de woordjes

Plaats de juiste leestekens:
de docent dacht daarom waar ben ik aan begonnen