§3 leenwoorden

Lesplanning

* Verkort lesrooster
* Indeling boekpresentaties
* terugblik vorige les
* theorie §3 leenwoorden
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* Engelse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
* Franse leenwoorden op de juiste manier schrijven.

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning

* Verkort lesrooster
* Indeling boekpresentaties
* terugblik vorige les
* theorie §3 leenwoorden
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* Engelse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
* Franse leenwoorden op de juiste manier schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?

Slide 2 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
morgen begint de kermis

Slide 3 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 4 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke heeft kippen schapen en honden bij haar thuis

Slide 5 - Open vraag

Juist of onjuist:
nederlandse
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Volkswagen
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Janneke de Boer
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
C
Lisa De Vries - de Groot

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

in de noord-friese meren is in juli een nieuwe vissoort ontdekt.

Slide 10 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

mijn moeder zei pas op die pan is heet

Slide 11 - Open vraag

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Hoe spel je Engelse leenwoorden als ze bestaan uit een samenstelling van Engelse woorden?

1. aan elkaar
2. als losse woorden
3. met een koppelteken ertussen

Slide 12 - Tekstslide

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Hoe spel je Engelse leenwoorden als ze bestaan uit een samenstelling van Engelse woorden en het rechterdeel van de samenstelling is een Engels voorzetsel?

1. aan elkaar
2. als losse woorden
3. met een koppelteken ertussen

Slide 13 - Tekstslide

Vraag
Steek het aantal vingers omhoog dat correspondeert met het juiste antwoord.

Waarom schrijf je bij sommige Franse leenwoorden wel een accentteken?

1. Dat accentteken schrijf je, omdat de Fransen dat willen.
2. Dat accentteken schrijf je, omdat dat nodig is voor de uitspraak.
3. Dat accentteken schrijf je, omdat wij Nederlanders wel houden van een teken.
4. Dat accentteken schrijf je, omdat wij anders niet weten dat het woord oorspronkelijk Frans is.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een leenwoord?
Een leenwoord is een woord uit een andere taal dat wij in het Nederlands gebruiken. 

De meeste leenwoorden, die wij in Nederland gebruiken, komen uit het Latijn, Frans, Engels en Duits. 

Slide 15 - Tekstslide

Spelling Engelse leenwoorden
  • Als één woord: bij een gebruikelijke samenstelling met 1 klemtoon, parttime.
  • Een koppelteken: als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, time-out, sit-up.
  • De delen los bij sommige woordgroepen met twee klemtonen, full speed, total loss, second opinion, low budget

Slide 16 - Tekstslide

Spelling Franse leenwoorden
Veel Franse woorden schrijf je in het Nederlands zonder accenttekens: compote, hotel, ragout.

De accenten op de e blijven behouden als dat nodig is om de uitspraak aan te geven:
  • Soms schrijf je een accent aigu, zoals bij paté.
  • Soms schrijf je een accent grave, zoals bij crème.
  • Soms schrijf je accent circonflexe, zoals bij crêpe.



Slide 17 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 4 (blz. 250 - 251)

Klaar? 
Maak opdrachten 1, 2, 4, 5 en 6 (blz. 252 - 253)

Niet af? Huiswerk voor maandag.

Slide 18 - Tekstslide

Zelf aan de slag!




1. Je maakt opdracht 2 t/m 5 uit je boek.

2. Ben je klaar? Dan laat je je schrift aan mij zien en krijg je het antwoordenboek. Je kijkt dan je eigen werk kritisch na.


Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Ma 6-11:
§4 koppelteken en weglatingsstreepje
lezen theorie (Je krijgt hier vragen over.)

Do 9-11:
§10 Engelse werkwoorden
lezen theorie + maken opdr. 1 en 2

Slide 20 - Tekstslide

Welke vragen heb je nog?

Slide 21 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd? Noem 2 dingen.

Slide 22 - Open vraag

Ik kan Engelse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 23 - Poll

Ik kan Franse leenwoorden op de juiste manier schrijven.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 24 - Poll

Hoe vind je zelf dat je gewerkt hebt vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Leg eens uit...
1. Panda's zien eruit als beren(,) maar hun gedrag lijkt op dat van katachtigen.
2. De politie luistert veel criminelen af(.) Rechters zijn niet blij met die praktijk.
3. Bij de reorganisatie vallen zeker ontslagen (;) daarbij wordt niemand ontzien.
4. Er zijn problemen met het spoor (.) Veel treinen hebben dan ook vertraging.
5. Ik plaats zonnepanelen op het dak(:) ik wil besparen op mijn energierekening.
6. Wie op de maan struikelt (,) valt niet hard(,) omdat de zwaartekracht gering is.

Slide 26 - Tekstslide