Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Venapunctie
VUL IN
1.
2.
4.
BENOEM 1,2 EN 4
Iemand aan bord.
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
BSA
MBO
Studiejaar 2
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
VUL IN
1.
2.
4.
BENOEM 1,2 EN 4
Iemand aan bord.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke bloedcel is het meest belangrijk bij de hemostase?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje(s)
Slide 3 - Quizvraag
Bij een stijging van WBC spreken we van...
A
Leukopenie
B
Leukocytose
C
Anemie
D
Leukemie
Slide 4 - Quizvraag
Wat is ook alweer de medische naam voor bloedstolling?
A
Hemolyse
B
Hemostase
C
Hematopoëse
D
Hemoglobine
Slide 5 - Quizvraag
De bloedstolling is een geheel van 3 grote processen die elkaar overlappen. Welke?
Slide 6 - Open vraag
Sleep de omschrijving naar de juiste fase van hemostase:
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Vaatspasme: vasoconstrictie van het bloedvat
Trombocyten hechten aan beschadigde bloedvatwand
Fibrinedraden vormen een web met daarin trombocyten en erytrocyten
Slide 7 - Sleepvraag
Bij een beschadiging van een bloedvat komen er producten vrij die de extrinsieke stollingscascade gaan activeren. Hoe nemen we deze factor?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Zet de bloedstollende gebeurtenissen in de juiste volgorde, vervolg.
Protrombine
Fibrinogeen
Stollingsfactoren
Trombine
Fibrinedraden
Fibrine
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
HOE HEET EEN BLOEDPROPJE DAT IN DE ADER VAST ZIT?
A
TROMBOSE
B
TROMBOLYT
C
EMBOLIE
D
EMBOLIET
Slide 13 - Quizvraag
Met welke controles kan de dokter nagaan of er infectie aanwezig is?
Slide 14 - Open vraag
Waar staat de afkorting NOAC
voor ?
Slide 15 - Open vraag
Welke bloedwaarden vertellen iets over de nierfunctie?
Slide 16 - Open vraag
ZOEK EEN FOTO VAN EEN IN WERKING GETREDEN BLOEDSTOLLING.
Slide 17 - Open vraag
WAT IS HET GEVAAR VAN EEN TE TRAAG WERKENDE BLOEDSTOLLING?
Slide 18 - Open vraag
WELKE GROEP GENEESMIDDLEN BEHOREN NIET TOT DE ANTI-TROMBOTICA?
A
TROMBOCYTAGGREGA- TIE REMMERS
B
HEPARINE EN AFGELEIDEN
C
BLOEDSTOLLINSFACTOREN
D
VITAMINE K ANTAGONISTEN
Slide 19 - Quizvraag
vITAMINE K IS EEN ANTIDOTUM VOOR DE NOACS
A
JUIST
B
ONJUIST
Slide 20 - Quizvraag
Asaflow(R) BEHOORT TOT DE:
A
NOAC
B
TROMBOCYTAGGRE- GATIEREMMERS
C
VITAMINE KANTAGONISTEN
D
HEPARINE EN AFGELEIDEN
Slide 21 - Quizvraag
Het stofje fibrinogeen zit in je bloedplaatjes
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
De diameter van een naald wordt uitgedrukt in gauge. Hoe hoger de gauge, hoe .... de naald
A
kleiner
B
dikker
C
fijner
D
groter
Slide 23 - Quizvraag
Verklaar hemolyse
Slide 24 - Open vraag
Wanneer men in het labo de extrinsieke stolling wilt nagaan zal men dit testen aan de hand van het bepalen van...
A
APTT en INR
B
PT en INR
C
APTT en PT
D
Fibrinogeen en fibrine
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
CVRM GMK les 6 bloedstolling
Maart 2023
- Les met
29 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 2
AF Bloed les 2
Maart 2024
- Les met
24 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
Samenstelling bloed en hemostase
Juni 2021
- Les met
29 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 3
Bloedstolling
November 2023
- Les met
18 slides
Anatomie & Fysiologie
MBO
Studiejaar 1
Academie blok 1.3 bloedstolling
Maart 2021
- Les met
51 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 1
A&F2 Stollingstoornissen
13 dagen geleden
- Les met
32 slides
Anatomie & Fysiologie
MBO
Studiejaar 1
herhalen RAS, herhalen diureticum
April 2021
- Les met
19 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 3
1E Bloed en bloedstolling
December 2023
- Les met
22 slides
Anatomie & Fysiologie
MBO
Studiejaar 1