h 10

1.Je eerdere ervaringen, je culturele achtergrond en je omgeving bepalen hoe jij de werkelijkheid waarneemt
A
juist
B
onjuist
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
methodiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

1.Je eerdere ervaringen, je culturele achtergrond en je omgeving bepalen hoe jij de werkelijkheid waarneemt
A
juist
B
onjuist

Slide 1 - Quizvraag

2. Waarnemen, signaleren en observeren zijn termen die alle drie hetzelfde betekenen
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

3. Waarnemen is een proces. Dat ziet er als volgt uit: prikkel- gewaarwording-waarneming-verwerking
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

4. Door bewust waar te nemen krijg je informatie binnen die je nodig hebt om professioneel te handelen
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

5. Je krijgt de hele dag prikkels binnen. Als je zintuigen goed werken, neem je deze prikkels allemaal waar
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

6. Je geeft betekenis aan de prikkels die bij je binnenkomen met behulp van je vijf zintuigen: zien, horen, ruiken, voelen en proeven
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

7. Er zijn vier waarnemingsprincipes. Dat zijn gelijkheid, nabijheid, afhankelijkheid en geslotenheid
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

8. Het principe van gelijkheid bij waarnemen wil zeggen dat we losse brokken informatie willen samenvoegen tot een gesloten geheel
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

9. De verwachtingen die je hebt over het handelen van een cliënt beïnvloeden je waarnemingen bij deze cliënt
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

10. Je waarnemingen met collega's bespreken en schriftelijke rapportages bekijken helpen je om professioneel waar te nemen
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag