In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
De tijd van steden en staten
Les 2: De stedelijke burgerij
Slide 1 - Tekstslide
We gaan terug naar de late Middeleeuwen ...
Slide 2 - Tekstslide
De leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe de zelfstandigheid van steden toenam.
2. Je kunt beschrijven welke groepen in de steden leefden.
3. Je kunt beschrijven hoe de vrijheid van Europeanen toenam.
KA: de opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet jij al van stadsrechten?
Slide 4 - Woordweb
Privileges en stadsrechten
Met allerlei voorrechten gekregen van hun heer waren mensen in de steden in principe vrij (van herendiensten). Steden konden (stads)rechten krijgen, zoals het recht zichzelf te besturen.
Slide 5 - Tekstslide
Huurlegers
Rechten kreeg je niet zomaar. Daar wilde een edelman/vorst iets voor terug. Via de baljuw/schout had de vorst invloed. Koningen waren afhankelijk van machtige steden en hun huursoldaten.
Slide 6 - Tekstslide
Burgerrechten
Na ruim een jaar in de stad kon je burgerrechten kopen. Dit gold niet voor iedereen! Rijke kooplieden vormden de elite die macht over de stad verdeelden en bestuurden vanuit het raadhuis.
Slide 7 - Tekstslide
Stadsbestuur
De raad van schepenen (stadsbestuur) was tevens de stedelijke rechtbank . Vaak kreeg een burgemeester leiding over het dagelijks bestuur die werd gecontroleerd door een vroedschap.
Slide 8 - Tekstslide
Taken stadsbestuur
Het stadsbestuur legde belastingen op en zorgde voor openbare werken zoals grachten/bruggen. Maar deze ging bv. ook over straffen. De kerk deed de armenzorg en ziekenhuizen.
Slide 9 - Tekstslide
Schutterijen en gildes
Er waren in de stad verschillende schutterijen (vrijwillige burgerwachten) voor de algemene veiligheid. Dit waren vaak ambachtslieden die elk verplicht lid waren van hun eigen gilde.
Slide 10 - Tekstslide
Minder horigen
De macht van de lagere edelen nam steeds meer af door de toenemende macht van de steden. De vrijheid in de steden trok mensen aan. De horigheid en hofstelsel verdwenen langzaam.