Hoofdstuk 4 Paragraaf 2 De Stedelijke Burgerij

De stedelijke burgerij 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De stedelijke burgerij 

Slide 1 - Tekstslide

Doelen voor deze les: 
• Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.’
• Je kan uitleggen hoe de zelfstandigheid van steden toenam. 
• Je kan uitleggen welke groepen in steden leefden. 
• Je kan uitleggen hoe de vrijheid van Europeanen toenam. 
• Je kan uitleggen wat stadsrechten waren. 
• Je kan uitleggen hoe de heer toch invloed hield in een stad. 
• Je kan uitleggen hoe je lid werd van de burgerij. 
• Je kan uitleggen wie niet lid konden worden van de burgerij.
• Je kan uitleggen hoe het stadsbestuur in elkaar stak.
• Je kan uitleggen wat een vroedschap was.
• Je kan uitleggen wat een schutterij was.
• Je kan uitleggen wat een gilde was.
• Je kan uitleggen wat de reactie was van de edelen op dat de ‘stadslucht vrij maakte.’



• Je kan uitleggen wie niet lid konden worden van de burgerij.
• Je kan uitleggen hoe het stadsbestuur in elkaar stak.
• Je kan uitleggen wat een vroedschap was.
• Je kan uitleggen wat een schutterij was.
• Je kan uitleggen wat een gilde was.
• Je kan uitleggen wat de reactie was van de edelen op dat de ‘stadslucht vrij maakte.’

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel vorige les: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De opkomst van handel en ambacht die basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.’

Slide 3 - Open vraag

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen ‘De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.’

Slide 4 - Open vraag

0

Slide 5 - Video

Noem 2 rechten van stadsrechten en 1 plicht van stadsrechten.

Slide 6 - Open vraag

Zelfstandige steden
Privileges van stadsrechten zijn: 
  • Recht van eigen bestuur. 
  • Eigen wetten. 
  • Het recht om tol te heffen. 
  • Recht om een stadsmuur te bouwen. 

Plichten: 
  • Belasting betalen aan de vorst. 
  • De heer mag een baljuw/schout aanstellen in de stad. 

Slide 7 - Tekstslide

Leg het motief uit van edelen om stadsrechten te geven.

Slide 8 - Open vraag

Zelfstandige Steden
Voordelen van een vorst bij stadsrechten: 
  1. Kon profiteren van de groeiende geldeconomie. 
  2. Hield toch invloed op een plek, waar zijn invloed al verminderde. 

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe je burger kon worden van een stad.

Slide 10 - Open vraag

De stedelijke samenleving
Hoe kan je burger worden?

  1. Minimaal 1 jaar en 1 dag in de stad wonen. 
  2. Lid van een gilden. 

Slide 11 - Tekstslide

De stedelijke samenleving
Burgerrechten waren: 
  1. Beschermt door stadsrecht. 
  2. Jezelf verdedigen voor de stedelijke rechtbank. 
  3. Lid worden bij de schutterij.


Geestelijken vallen niet onder burgerrechten. Zij vielen onder de kerkelijke recht. Joden mochten niet lid worden van de burgerij. 

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

De stedelijke samenleving
Gilden zijn: Stedelijke organisatie van beoefenaars van een bepaald ambacht. 

Gilden zorgden voor: 
  1. Hoeveel ambachtslieden van die ambacht in één stad mochten werken. 
  2. Beroepsopleiding van die ambacht. 
  3. Stelde kwaliteit van de producten vast. 
  4. Stelde de prijzen vast. 
  5. Zorgen voor zieken/bejaarden/invaliden. 
  6. Zorgden voor begrafenis.
  7. Ondersteunen van weduwen. 

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Meer vrijheid, minder horigheid
Door de toenemende macht van de steden werd de invloed van de lagere adel beperkt. 

Om te voorkomen dat te veel mensen het platteland verlieten, schaften edelen herendiensten af en vroegen zij daarvoor geld. 

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoel: ‘De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.’

Slide 17 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 18 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 19 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 20 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 21 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 22 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 23 - Open vraag

Welk KA hoort bij deze afbeelding?

Slide 24 - Open vraag

de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 25 - Sleepvraag

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 4.2. 
  • Leren leerdoelen 4.2. 
  • Nakijken paragraaf 4.2.

Slide 26 - Tekstslide