4.2

VWO 4
4.2 De stedelijke burgerij
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de zelfstandigheid van steden toenam.
- welke groepen in de steden leefden.
- hoe de vrijheid van Europeanen toenam.
KA: - de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VWO 4
4.2 De stedelijke burgerij
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe de zelfstandigheid van steden toenam.
- welke groepen in de steden leefden.
- hoe de vrijheid van Europeanen toenam.
KA: - de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

Slide 1 - Tekstslide

4.2 De stedelijke burgerij
Zelfstandige steden
De eerste bewoners van steden legden een eed af waarin ze elkaar steun beloofden.

--> onderhandelingen met de heer van hun gebied over voorrechten (privileges of vrijheden);
- geen herendiensten meer verrichten.
- vrije keuze om te gaan waar ze wilden.
- vrije keuze om te trouwen.

* De stad is eigendom van de heer. Hij moet de stad bescherming bieden en rechtspreken.

Slide 2 - Tekstslide

4.2 De stedelijke burgerij
Zelfstandige steden
In een later stadium gingen stedelingen onderhandelen met graven, hertogen of koningen over stadsrechten;
- zichzelf besturen volgens eigen wetten.
- recht om stadsmuren te bouwen.
Stadsmuren waren nodig voor de steden om zich te verdedigen tegen rovers, plunderaars, legertjes van agressieve edelen en vijandige steden.

Verplichtingen;
- vaak kregen edelen of koningen invloed in de stad via de baljuw of schout.
- steden betaalden een jaarlijks bedrag.
- geregeld ook het bieden van steun.
Steden werden steeds welvarender en machtiger.
Stadsrechten Schagen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

4.2 De stedelijke burgerij
De stedelijke samenleving
Alle burgers van de stad vielen onder het stadsrecht;
Na een jaar en een dag in de stad gewoond te hebben kon je het burgerschap kopen.
--> burgerlijke rechten zoals rechtspraak bij eigen stedelijke rechtbanken.

Burgerschap uitgesloten voor;
- vrouwen
- arbeiders
- los werkvolk
- bedelaars
- geestelijken (kerkelijk recht)
- joden (ondanks hun rijkdom, bleven het vreemdelingen en vielen zij onder het recht van de koning of landsheer).
Rechtzaak Hamburg

Slide 5 - Tekstslide

4.2 De stedelijke burgerij
De stedelijke samenleving
Het stadsbestuur bestond vaak uit leden van enkele koopmansfamilies. Ze zaten in de stadsraad van schepenen en bestuurden vanuit het raadhuis. (wetten, regels vaststellen en rechtspraak).​

Naast deze stadsraad was er in Nederlandse steden een vroedschap.--> mag meepraten over belangrijke besluiten. Vanaf de 13e eeuw werden in veel steden burgemeesters benoemd als leiders van het dagelijks bestuur.​


Stadhuis Gouda
Stadhuis Veere

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Waarom was het Amsterdamse stadhuis zo'n belangrijk gebouw in de middeleeuwen?
A
Vanuit het stadhuis werd recht gesproken en misdadigers gestraft.
B
Vanuit het stadhuis werd de stad bestuurd.
C
Het stadhuis stond midden in de stad aan het marktplein. Door de centrale ligging was het een belangrijk gebouw.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 8 - Quizvraag

4.2 De stedelijke burgerij
Zelfstandige steden
De stadsraden hadden veel taken en bevoegdheden: ze legden o.a. belastingen op en lieten openbare bouwwerken maken.​

Veel burgers waren ambachtslieden die lid konden worden van een schutterij: een gewapende burgerwacht. Het burgerrecht was ook nodig om lid te worden van een gilde: beroepsvereniging in een stad. In sommige steden hadden gilden invloed in het stadsbestuur.


Schilderij Frans Hals,
Werk komt NIET uit de middeleeuwen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Door de opkomende steden kwam er een andere mentaliteit. Leg uit welke mentaliteit dat was en hoe de gilde daar invloed op hadden.

Slide 11 - Open vraag

4.2 De stedelijke burgerij
Meer vrijheid, minder horigheid
De macht van de steden groeide en die van de lagere edel nam af. De horigheid en het hof-stelsel verdwenen geleidelijk. ​
Horigen trokken naar de steden. Om dit te stoppen namen de edelen maatregelen:​
herendiensten en andere onvrijheden werden afgeschaft​
boeren ontvingen geldbetalingen​

Gevolgen voor de boeren:​
gingen commercieel denken​
produceerden overschotten voor de verkoop in de stad​
Toch was er meer onvrijheid op het platteland dan in de stad.








Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

4.2 De stedelijke burgerij
Aan de slag!
- Herhaal de kenmerkende aspecten van tijdvak 3:
Ga naar joinmyquiz.com en voer de code in.
- Kijk de eindopdrachten 4.1 na.
- Maar de opdrachten in de LessonUp.
- Maak de eindopdrachten in Teams.

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit wat de bron te maken heeft met het kenmerkend aspect van de paragraaf?

Slide 15 - Open vraag

Sleep naar de goede plek in de Middeleeuwse stad
Markt
Stadspoort
Stadsmuur
Kerk
Koopmanshuis

Slide 16 - Sleepvraag

Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun

Slide 17 - Quizvraag

Burgers in de steden hadden zelf het bestuur en wetgeving van de stad in handen
A
waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Hoe kwam het dat de opkomst van steden uiteindelijk de positie van de adel verzwakte?
A
Het feodale stelsel was gebaseerd op trouw en loyaliteit, door de geldeconomie werkte dit niet meer.
B
De steden werden rijker en konden zo steeds meer vrijheden kopen, zo had de heer geen invloed meer.
C
Steden werden rijk en konden zichzelf verdedigen, en hadden de bescherming van de heer niet nodig.
D
A, B en C zijn allemaal goed

Slide 19 - Quizvraag

Leg uit wat het aantrekkelijk maakte voor mensen om naar de stad te trekken in de late middeleeuwen.

Slide 20 - Open vraag