Ontwikkelingspsychologie les 1 Hoofdstuk 1

Drieling
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Drieling

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij de les ontwikkelings psychologie
Oriëntatie 1
Tot de herfstvakantie
4 les uren per week
H1 en H2 basisboek
Toets en opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Drieling

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
  • Voorkennis meten -> Oefening.
  • Eerste kennismaking met het vak:
  1. Je kunt  straks uitleggen wat ontwikkeling is.
  2. Je kunt drie manieren van ontwikkeling noemen.
  3. Je kunt een voorbeeld van een ontwikkelingsfakor geven.
  4. Je kunt verschil tussen nature en nurture uitleggen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is ontwikkeling?

Slide 5 - Woordweb

Ontwikkeling 
Er is sprake van een langzame en duurzame verandering. 
Ontwikkelen doen we een leven lang. 
Mensen ontwikkelen zich op drie manieren
Groei, leren en rijping

Slide 6 - Tekstslide

Waarom heb je ontwikkelingspsychologie nodig?

Slide 7 - Woordweb

Wat ga je leren deze periode?
  • Hoe gaat de ontwikkeling van een kind.
  • Vanaf wanneer start de ontwikkeling van het kind.
  • Welke ontwikkelingsfases zijn er.
  • Wat gebeurt er in elke ontwikkelingsfase.
  • Welke ontwikkelingsgebieden zijn er. En wat houden deze in.
  • Je bent alerter op afwijkingen bij kinderen, zodat jij de juiste acties kunt ondernemen. 

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoelen vandaag
  • Je kunt uitleggen wat ontwikkeling is.
  • Je kunt uitleggen op welke drie manieren een mens zich ontwikkelt. 
  • Je kunt een voorbeeld geven van een ontwikkelingsfaktor. 
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen nature en nurture door middel van een voorbeeld.

Slide 9 - Tekstslide

Ontwikkelen op 3 manieren
Groei, leren en rijping

Slide 10 - Tekstslide

Ontwikkeling, manier 1.  Groei
Lichamelijke /  fysieke groei
Fysieke groei zie je goed wanneer je een kind maandelijks langs een meetlat zet. 
Niet alleen het kind groeit, maar ook de spieren, hersenen en zenuwcellen groeien mee. 
Die hersenpan is met name interessant. 
 

Slide 11 - Tekstslide

Het brein = de hersenen
Bij de geboorte is het brein van een gemiddelde baby ongeveer een kwart van de grootte van het gemiddelde volwassen brein . Ongelooflijk genoeg verdubbelt het in het eerste jaar in omvang. Het blijft groeien tot ongeveer 80% van de volwassen grootte op 3-jarige leeftijd en 90% - bijna volgroeid - op 5-jarige leeftijd. Het brein is het commandocentrum van het menselijk lichaam.

Slide 12 - Tekstslide

Het brein
Gezichtsherkenning 
Baby's onder de zes maanden zijn in staat om zowat alle soorten gezichten te onderscheiden, zelfs die van individuele apen. Tussen zes en negen maanden leren zij individuele gezichten steeds beter te herkennen
Visuele ontwikkeling
Vanaf vier maand kan een baby diepte waarnemen.
Kleur en vorm wordt onderscheiden vanaf de vijfde, zesde maand, evenals vrijwillige oogbewegingen. 

Slide 13 - Tekstslide

Het brein 
Taalontwikkeling
Pasgeborenen kunnen taalklanken onderscheiden. Tussen de zes en twaalf maanden zijn baby's gevoelig voor de klanken van de eigen moedertaal en neemt de gevoeligheid voor klanken van andere talen af. 

Slide 14 - Tekstslide

Taalontwikkeling
Het aantal woorden dat een kind per uur ter horen krijgt is van invloed op de taalontwikkeling. Door dagelijks een kwartier voor te lezen, vergroot je de taalvaardigheid van de leerlingen.
Taalvaardigheid: De mate waarin je een taal kunt spreken, lezen en schrijven. 
Wat is het nut van al die kinderboeken? Het is zinvol voor de taalontwikkeling van kinderen en de uitbreiding van hun woordenschat. 
https://www.facebook.com/reel/675431720600354

Slide 15 - Tekstslide

Ontwikkeling, manier 2.  Leren
  • Door af te kijken/ nadoen.
  • Door te ervaren en te proberen.
  • Door te studeren.
Per leeftijdsfase anders.

Slide 16 - Tekstslide

Imiteren = nadoen = leren

Slide 17 - Tekstslide

Leervoorkeur
Wat is jouw leervoorkeur?
Hoe leer jij het beste?
IKEA

Slide 18 - Tekstslide

Ontwikkeling manier 3. Rijping
Dit proces gaat van binnenuit.
We kunnen alleen de omstandigheden optimaliseren.

Een kind van 3 rijdt nog geen auto. Nog niet rijp daarvoor.

Slide 19 - Tekstslide

Wat klopt hier niet?

Slide 20 - Tekstslide

Ontwikkelingsfaktoren, 1.3.1
Factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind.
4 soorten faktoren:
  1. fysieke omgeving
  2. leefomstandigheden
  3. opvoeding
  4. verzorging




Slide 21 - Tekstslide

Ontwikkelingsvoorwaarden  1.3.2
Bartels en Heiner zijn gedrags therapeuten hebben voorwaarden gesteld.
-> Waaraan voldaan moet worden om goed te kunnen ontwikkelen.

Zie boek pag 33, 34 en 35
Lezen en vragen maken.

Slide 22 - Tekstslide

Risico faktoren
Factoren die de ontwikkeling negatief beinvloeden.
drie groepen:

kindfaktoren : slechte start, slechtziend
ouder- en of gezinsfaktoren: stress in gezin, ouder slechte jeugd, verslaving, werkloosheid
omgevingsfaktoren:  achterstandswijk, oorlogsdreiging



Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Nature/nurture
Nature: interne factoren
  • Aangeboren, biologische factoren
  • Uiterlijke kenmerken, talent. 
Nurtere: externe factoren
  • Omgevings- en ervaringsfactoren
  • Opvoeding, fysieke woonomgeving, ingrijpende gebeurtenissen en/of ervaringen. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Les 2

Slide 27 - Tekstslide

Terugblik: Ontwikkeling door: 
  1. te groeien: fysiek en lichamelijk. 
  2. te leren: theoretische, praktische, sociale kennis & vaardigheden. 
  3.  rijping: de lijn waarin de ontwikkeling zich voordoet. 


Slide 28 - Tekstslide

Invloed op de ontwikkeling
Aanleg: Nature vs nurture principe 
Ontwikkelingsfaktoren: fysieke omgeving, leefomstandigheden, opvoeding en verzorging: -> vb?
Risico faktoren -> vb ?
 

Slide 29 - Tekstslide

Zelf aan de slag 
lezen 1.3.1  maken: 1.04
lezen : 1.3.2 en maken 1.05
lezen: 1.3.3 en maken 1.06
1.01 1.02 1.03, 1.04, 1.05, 1.06




Slide 30 - Tekstslide

Op welke drie manieren ontwikkelen mensen zich?

Slide 31 - Open vraag

Schrijf voor je zelf op in stilte
Schrijf over jezelf drie manieren op waarop jij je hebt ontwikkeld in de loop van je leven tot nu.
Geef bij elke manier ook een voorbeeld.
Wat is nature en wat is nurture bij jou?
.

Slide 32 - Tekstslide

Lees nu de uitgedeelde tekst
Maak de opdrachten die daarbij horen:
1.04 
1.05 
1.06 
1.07

Slide 33 - Tekstslide

Ontwikkelingsfasen

Zoek in je boek op welke er zijn.
Staat in je boek

Slide 34 - Tekstslide

Ontwikkelingsfasen
  1. baby
  2. peuter 
  3. kleuter jongere schoolkind
  4. oudere schoolkind
  5. puber
  6. adolescent
  7. volwassene
  8. oudere mens
Ontwikkelingsgebieden
  1. cognitieve (inclusief taal)
  2. sensomotorische 
  3. sociaal emotionele 
  4. creatief expressieve 

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk
Lees H 1 door.
Schrijf je vragen die je hebt op.

Slide 36 - Tekstslide

Kwalificatie dossier
Eisen die gesteld zijn aan de beginnen beroepsoefenaar.

Wat kan pedagogisch medewerker als zij of hij gediplomeerd is?

Slide 37 - Tekstslide

Kwalifictie Dossier = KD
Basisdeel: 2 kerntaken, 7 + 2 werkprocessen
Profieldeel
Generiek
Dit staat in je boek! Introductiedeel.


Slide 38 - Tekstslide

Werkprocessen
Boek

Slide 39 - Tekstslide

Doelstellingen hoofdstuk: 
  • Je beschikt over brede en specialistische kennis van begrippen en theorieen van ontwikkelingspsychologie.
  • Je beschikt over kennis van de cognitieve, motorische, sociale, emotionele, zintuigelijke, seksuele en creatieve ontwikkeling van een kind. 
  • Je kan afwijkende ontwikkelingen van kinderen herkennen. 

Slide 40 - Tekstslide