A4 Je kunt je geheugen niet trainen, maar je kunt jezelf wel 'onthoudtrucjes' aanleren.
samengesteld zin 1: Je kunt je geheugen niet trainen
- hoofdzin zin 2:
(maar) je kunt jezelf wel 'onthoudtrucjes aanleren.
- hoofdzin nevenschikkend verbondenB4 U kunt uw hond wel trainen, maar u kunt hem niet alles leren.
samengesteld zin 1: U kunt uw hond wel trainen
- hoofdzin zin 2: (maar) u kunt hem niet alles leren - hoofdzin
nevenschikkend verbonden