Let op: het woord
het is persoonlijk voornaamwoord als het niet bij een zelfstandig naamwoord hoort en wel een duidelijke betekenis heeft:
– Dit boek is heel spannend, dus ik heb het (= dit boek) in één adem uitgelezen.
– Het is vrijwel zeker dat de orkaan Sally veel schade zal veroorzaken.
In de laatste zin betekent het woord het ‘dat de orkaan Sally veel schade zal veroorzaken’.
Kijk maar: Dat de orkaan Sally veel schade zal veroorzaken, is vrijwel zeker.