In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Wat zit er in mijn telefoon?
Slide 1 - Tekstslide
Wat voor grondstoffen zitten er in mijn telefoon?
Slide 2 - Woordweb
Lithium uit Chili - zit in de batterij/accu van je telefoon
Slide 3 - Tekstslide
Olie uit Ecuador - gebruikt in plastic/kunststof - simkaart in je telefoon
Slide 4 - Tekstslide
Verder nog....
• Zilver uit Peru • Goud uit de Democratische Republiek Congo • Tin uit India • Koper uit de Verenigde Staten • Nikkel uit Botswana
En nog zo'n 30 andere verschillende mineralen uit 20+ landen!
Slide 5 - Tekstslide
Al deze grondstoffen worden verwerkt tot producten, meestal eerst tot halffabricaten en vervolgens in assemblagebedrijven tot eindproducten.
Slide 6 - Tekstslide
Globalisering
GLOBALISERING = "HET PROCES WAARBIJ DE VERWEVENHEID TUSSEN GEBIEDEN EN SAMENLEVINGEN OP AARDE TOENEEMT"
De aarde wordt een "mondiaal netwerk" of "global village"
Slide 7 - Tekstslide
Dimensies van globalisering
Er worden 4 DIMENSIES VAN GLOBALISERING onderscheiden:
Je koopt een smartphone, geproduceerd in China (ECONOMISCHE DIMENSIE)
Je speelt Call of Duty op een server in de VS (SOCIALE DIMENSIE)
Het Melbourne Museum in Australië krijgt een Nederlandse van Gogh te leen (CULTURELE DIMENSIE)
Verschillende landen sturen schepen naar Somalië om piraterij tegen te gaan (POLITIEKE DIMENSIE)
Slide 8 - Tekstslide
Economische globalisering
Slide 9 - Tekstslide
Economische globalisering
Gekenmerkt door:
groeiende internationale handel
groeiende buitenlandse investeringen
toegenomen betekenis multinationals
Slide 10 - Tekstslide
Economische globalisering
Oorzaken:
Liberalisering/deregulering van de wereldmarkt -> vrije handel (WTO) -> vrije markt economie
opkomst mno's
Ondersteund door:
opkomst informatie- transsporttechnologie
beperking handelsbelemmeringen (EU, SU valt, China doet mee)
Slide 11 - Tekstslide
Tijd-Ruimte Compressie
Afname relatieve afstanden
door daling van reis- en vervoerstijden en -kosten
Tijd en ruimte worden in elkaar gedrukt.
Slide 12 - Tekstslide
MNO's: MultiNationale Ondernemingen
REDEN VAN OPKOMST MNO'S:
1) ENORM VERBETERDE INFRASTRUCTUUR 2) OPHEFFING VAN HANDELSBELEMMERINGEN --> soms zelfs sterk verbeterd door zogenaamde EPZ's (exportproductiezones)
Slide 13 - Tekstslide
BIJ DE ZOEKTOCHT NAAR EEN LOCATIE LETTEN MNO'S OP 4 FACTOREN:
Welke mensen kunnen bij mij werken? Zijn ze wel goed genoeg opgeleid? En niet te duur?
ARBEIDSMARKT
2. Kan ik mijn grondstoffen makkelijk aanvoeren? Kan ik mijn producten makkelijk uitvoeren? LIGGING
3. Kan ik mijn producten daar misschien meteen verkopen? AFZETMARKT
4. Is het wel veilig genoeg voor productie? POLITIEKE STABILITEIT
Slide 14 - Tekstslide
Economische globalisering
Voordeel:
vrijhandel
goedkopere producten
werkgelegenheid in minder ontwikkelde landen
Nadeel:
verdwijnen werkgelegenheid uit ontwikkelde landen
MNO's hebben veel macht
Meer transport, aantasting milieu
grotere kloof arm en rijk
Slide 15 - Tekstslide
Is de volgende stelling juist of onjuist:
Globalisering = Internationalisering
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Is de volgende stelling juist of onjuist:
Globalisering = Mondialisering
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Door de globalisering is de internationale handel toegenomen.
Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
Slide 18 - Quizvraag
Wikipedia is een mooi voorbeeld van globalisering op het gebied van:
A
Gevoelsbindingen
B
Kennisbindingen
C
Economische bindingen
D
Politieke bindingen
Slide 19 - Quizvraag
Veel jongeren gaan na hun studie een (half)jaartje ‘backpacken’ in Australië en Azië. Via internet houden zij dan hun ouders en vrienden op de hoogte. Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
Slide 20 - Quizvraag
De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen. Hier is vooral sprake van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
Slide 21 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal
Slide 22 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal
Slide 23 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal
Slide 24 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal
Slide 25 - Quizvraag
Welke uitspraak(en) is/zijn juist?
A
Global Shift is zichtbaar
B
Triade beheerst de wereldhandel
C
Goederenproductie is groter in Europa dan in de VS
D
Afrika hoort tot de slow world
Slide 26 - Quizvraag
Welke voordelen heeft India als het gaat om het aantrekken van mno's