In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
V5natk4 - Goedemorgen!
Doe mee via LessonUp.app
Vandaag:
Korte herhaling van gister
Bespreking "muonen" en hw-opgaven
D2: Ruimte-tijddiagram (als we tijd hebben)
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling Gisteren
Tijdrek & Lengtekrimp
Slide 2 - Tekstslide
De eigentijd Δt_e is de tijdsduur van een proces in het ruststelsel van het proces
A
waar
B
onwaar
Slide 3 - Quizvraag
De eigentijd Δt_e van een proces is langer dan de tijd Δt_b gemeten door een waarnemer die beweegt t.o.v. het proces
A
waar
B
onwaar
Slide 4 - Quizvraag
Eigentijd en tijdrek
Voor een waarnemer die beweegt t.o.v. een proces duurt dat proces een factor 𝛾 langer dan voor een waarnemer in het ruststelsel van het proces.
Δtb = 𝛾 Δte
De tijd in een ruststelsel noemen we de eigentijd te.
Dit verschijnsel heet tijdrek.
De tijd líjkt niet alleen verschillend te zijn voor beide waarnemers, maar is dat ook echt!
Slide 5 - Tekstslide
De eigenlengte L_e van een trein is langer dan de lengte L_b die een persoon op het perron meet als de trein voorbij rijdt.
A
waar
B
onwaar
Slide 6 - Quizvraag
Eigenlengte en lengtekrimp
Voor een waarnemer die beweegt t.o.v. een lengte is die lengte een factor 𝛾 korter in de bewegingsrichting, dan voor de waarnemer in het ruststelsel van de lengte.
Lb = Le/𝛾
De lengte in een ruststelsel noemen we de eigenlengte Le.
Dit verschijnsel heet lengtekrimp
De lengte líjkt niet alleen korter zijn voor de bewegende waarnemer, maar is dat ook echt!
Slide 7 - Tekstslide
Zie figuur D.6 hiernaast. Relativistische effecten worden merkbaar bij snelheden vanaf
A
0 m/s
B
0,25 c
C
0,6 c
D
1,0 c
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Het raadsel van de Muonen
We weten van experimenten dat de gemiddelde levensduur van een muon 2,2 μs is.
Bovenin de atmosfeer (op 10 km hoogte) ontstaan muonen met een snelheid v = 0,999 c richting aarde.
Een muon kan gedurende zijn leven gemiddeld maar s = v . t = 660 m afleggen en dus nooit het aardoppervlak bereiken ... maar we meten ze wel op aarde! Hoe kan dit?!
Slide 10 - Tekstslide
Relativistische factor 𝛾
c = 3,00 .108 m/s
Als v gelijk is aan 99,9% van de lichtsnelheid:
v = 0,999 c
v/c = 0,999
𝛾 = 22,4 (geen eenheid!)
γ=√1−c2v21
γ=√1−0,9992)1
Slide 11 - Tekstslide
Vanuit aarde gezien: tijdrek
In het referentiestelsel van de aarde beweegt het muon met 0,999 c en legt een afstand van 10 km af.
Het leven van een muon is een proces dat in het ruststelsel van het muon plaatsvindt, met een eigentijd te = 2,2 μs.
Wij op aarde meten een tijdsduur die een factor 𝛾 = 22,4 groter is.
De levensduur van het muon rekt voor ons uit tot 22,4 . 2,2 μs = 49 μs.
In die tijd kan het muon wel 10 km afleggen.
Slide 12 - Tekstslide
Vanuit het muon gezien: lengtekrimp
In het referentiestelsel van het muon beweegt de aarde + atmosfeer met een snelheid van 0,999 c naar hem toe. Bedenk: beweging is relatief! Het muon beweegt dus t.o.v. de "lengte" van de atmosfeer.
De eigenlengte van de atmosfeer is Le = 10 km
Voor de muon is die lengte een factor 𝛾 = 22,4 korter! De lengte krimpt tot Lb = 10.000/22,4 = 440 m
Het muon ziet een gekrompen atmosfeer met lengte Lb = 440 m, die hem met 0,999 c voorbij raast. Het aardoppervlak kan hem ruimschoots bereiken binnen zijn gemiddelde levensduur van 2,2 μs
Slide 13 - Tekstslide
Opg 1
1a
Het vliegtuig is in stilstand gemeten 15 m. Dus de eigenlengte Le = 15 m.
Voor de waarnemer op aarde beweegt het vliegtuig met snelheid 0,50 c en dus neemt deze waarnemer de gekrompen lengte Lb waar.
Bereken: 𝛾 = 1 / √ (1 - 0,502) = 1,154
Bereken Lb = Le / 𝛾 = 15 / 1,154 = 12,99 = 13 m
Slide 14 - Tekstslide
Opg 1
1b
Er geldt nog steeds dat Le = 15 m.
Lb = 7,5 m
Lb = Le/𝛾 --> 𝛾 = 2,0
𝛾 = 1 / √ (1 - (v/c)2) = 2,0
Hoe bereken je hieruit v op een handige manier?
Slide 15 - Tekstslide
1b. Bereken v uit 𝛾
Houdt berekeningen overzichtelijk met de hulpvariabele ꞵ = v / c:
𝛾 = 1 / √ (1 - ꞵ2) ->
2,0 = 1 / √ (1 - ꞵ2) kwadrateren ->
4,0 = 1 / (1 - ꞵ2) 'switch': delen door 4,0 en vermenigvuldigen met 1-ꞵ2 ->
1 - ꞵ2 = 1 / 4,0 herschrijven ->
ꞵ2 = 1 - 1 / 4,0 = 0,75
ꞵ = 0,886
v = 0,886 c (Omzetten naar m/s hoeft niet, je mag c laten staan)
Slide 16 - Tekstslide
Opg 2
2a
Gebruik hulpvariabele ꞵ= v/c
𝛾 = √ (1 - ꞵ2) = √ (1 - 0,602) = 1,25
De eigentijd van de boodschap is 45 s (ruststelsel van Buzz).
Δtb = 𝛾 Δte
Δtb = 1,25 . 45 = 56,25 s
Afgerond 56 s
Slide 17 - Tekstslide
Opg 2
2b
De toon van een stem hangt samen met de frequentie van het stemgeluid van Buzz.
f = 1/T
Op aarde is T groter:
Tb = 𝛾 Te --> Tb > Te
fb < fe
De frequentie wordt dus lager
Slide 18 - Tekstslide
Opg 2
2c
fe = 1/Te = 70 min-1
Te = 1/70 = 0,01429 min
Tb = 𝛾 Te
Tb = 1,25 . 0,01429 = 0,01786 min
fb = 1/Tb = 55,99 min-1
Afgerond 56 slagen per minuut
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de eigenlengte van de trein?
A
200 m
B
150 m
Slide 20 - Quizvraag
Opg 4
De eigenlengte van de trein is Le = 200 m
In het referentiestelsel van de tunnel is de lengte van de trein gelijk aan Lb = Le/𝛾 = 150 m
Bereken 𝛾 = Le/Lb = 200/150 = 1,33
𝛾 = √ (1 - ꞵ2) = 1,33
Bereken ꞵ = 0,6612 = v/c
v = 0,66 c
Slide 21 - Tekstslide
We hebben berekend dat 𝛾 = 1,33. Wat is de lengte van de tunnel voor een passagier in de trein?
A
200 m
B
113 m
Slide 22 - Quizvraag
D.2 Ruimtetijd-diagram
Slide 23 - Tekstslide
D2. Ruimtetijd-diagram
Ruimte en tijd vormen samen de ruimtetijd
Een ruimtetijd-diagram lijkt op een x,t-diagram, maar de x en t zijn "omgedraaid".
In een ruimtetijd-diagram kan d.m.v. wereldlijnen worden weergegeven hoe waarnemers met verschillende referentiestelsels zich bewegen door de ruimtetijd.
Fig D.11 is het ruimtetijd-diagram in het referentiestelsel van de boom.
Gebeurtenis S is "hond passeert voordeur".
Slide 24 - Tekstslide
Het huis bevindt zich in het ruststelsel van boom
A
waar
B
onwaar
Slide 25 - Quizvraag
Het huis bevindt zich in het ruststelsel van de hond
A
waar
B
onwaar
Slide 26 - Quizvraag
In het referentiestelsel van de hond, beweegt de boom