Thema 3, week 4 Werkwoordendictee

lesdoel
Ik kan zwakke werkwoorden in de verleden tijd correct vervoegen.

Zwakke werkwoorden noem je ook wel klankvaste werkwoorden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

lesdoel
Ik kan zwakke werkwoorden in de verleden tijd correct vervoegen.

Zwakke werkwoorden noem je ook wel klankvaste werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Regels verleden tijd

bij zwakke werkwoorden

Schrijf de ik- vorm op


Slide 2 - Tekstslide

MAKEN
VT - Ik ..... mijn huiswerk
A
maakde
B
maakden
C
maakte
D
maakten

Slide 3 - Quizvraag

HALEN
VT - Jij ..... op tijd de finish
A
haalde
B
haalden
C
haalte
D
haalten

Slide 4 - Quizvraag

GRENZEN
VT - Het huis ..... aan het bos
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden

Slide 5 - Quizvraag

DODEN
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden

Slide 6 - Quizvraag

LIFTEN
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten

Slide 7 - Quizvraag

LEIDEN
VT - De gids ..... ons door de diepe grot
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden

Slide 8 - Quizvraag

Schrijf in de verleden tijd:
De mensen ........... veel geld (verdienen)

Slide 9 - Open vraag

Schrijf in de verleden tijd:
Sanne ...... een tijdschrift (pakken)

Slide 10 - Open vraag

Schrijf in de verleden tijd:
De jongen ....... het antwoord (raden)

Slide 11 - Open vraag

Schrijf in de verleden tijd:
ik wacht

Slide 12 - Open vraag

Schrijf in de verleden tijd:
wij snikken

Slide 13 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van:
zij verhuist

Slide 14 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van:
ik verf?

Slide 15 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van:
hij maakt

Slide 16 - Open vraag

Wat is de verleden tijd van plonzen?
Ik ...

Slide 17 - Open vraag

Zet 'm op vandaag. Je kan het!
Thema 3 - week 4 - werkwoordendictee.

Slide 18 - Tekstslide