,
Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
WRE 2AHA - Grammatica WS - Aanw, vragend en onb. vnw
Nederlands
Welkom 2AHA!
Cursus 5 - Grammatica Woordsoorten
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Welkom 2AHA!
Cursus 5 - Grammatica Woordsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica
1. Lesdoelen + dagopening
2. Herhalingsvragen leerjaar 1
3. Theorie: Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord
4. Oefenen
5. Zelfstandig aan het werk
6. Afsluiten + lesdoel checken
Slide 2 - Tekstslide
WERELD BOEKENDAG
Over welk onderwerp zou jij een boek schrijven?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Je leert aanwijzende, vragende en onbepaalde voornaamwoorden herkennen (
vwo
)
Je leert aanwijzende en vragende voornaamwoorden herkennen (
havo
)
Lesdoelen
Slide 5 - Tekstslide
Er volgen nu wat herhalingsvragen
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in onderstaande zin?
Het dorp is afgezet omdat er een nieuwe
serie wordt opgenomen.
A
is
B
dorp
C
serie
D
opgenomen
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn de zelfstandig naamwoorden in onderstaande zin?
Voor de wedstrijd drinkt Daan nog snel een biertje.
Slide 8 - Open vraag
Geef die formulieren maar aan [haar].
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Geen van beide
Slide 9 - Quizvraag
Je mag [onze] auto wel even gebruiken.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Geen van beide
Slide 10 - Quizvraag
Weet jij hoe het met [hun] afloopt?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Geen van beide
Slide 11 - Quizvraag
Ik heb *het* kledingstuk eindelijk verkocht.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Geen van beide
Slide 12 - Quizvraag
Hij distantieerde zich volledig ...
de keuze die door de coachgroep was gemaakt.
A
in
B
met
C
voor
D
van
Slide 13 - Quizvraag
Welk voorzetsel ontbreekt?
Hij woont ... de kerk
A
in
B
op
C
over
D
naast
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het voorzetsel in de volgende zin:
De trein uit Amsterdam komt om vier uur aan.
A
uit
B
aan
C
uit, om
D
om, aan
Slide 15 - Quizvraag
Ik loop vaak in de stad
Sleep het vinkje naar het
voorzetsel
Slide 16 - Sleepvraag
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in onderstaande zin?
Deze serie is goed en het onderwerp ervan is interessant.
Slide 17 - Open vraag
Uitlegfilmpje!
Slide 18 - Tekstslide
Aanwijzend
voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord wijst meestal een mens, dier of ding aan.
deze
telefoon,
dat
paard,
die
jongen.
Deze
app is gratis, maar
die
app niet.
Met
dit
oog zie ik beter dan met
dat
oog.
Met
die
pas kun je de hele dag met het openbaar vervoer.
Slide 19 - Tekstslide
Aanwijzend
voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord kan voor een
zn,
maar ook alleen staan. Als het alleen staat, kun je het
zn
er wel achter denken.
Deze
app is gratis, maar
die
(app) niet.
Met
dit
oog zie ik beter dan met
dat
oog.
Met
die
pas kun je de hele dag met het openbaar vervoer.
Slide 20 - Tekstslide
Vragend
voornaamwoord
Een
vragend voornaamwoord
staat meestal aan het begin van een vraagzin. Voorbeelden:
Wie
gaat er mee naar de film?
Melvin vroeg
wat
het huiswerk is.
Wat voor
(een) auto heb je gekocht?
Welke
film heb je uitgekozen?
Slide 21 - Tekstslide
Vragend
voornaamwoord
Let op:
wie en wat
zijn geen vragend voornaamwoord als ze verwijzen naar een eerder genoemd woord.
De tante
naar
wie
Nicky is vernoemd, woont een dorp verderop.
Volgens mij zie jij
iets
wat
er niet iets.
Slide 22 - Tekstslide
Onbepaald voornaamwoord
Een onbepaald voornaamwoord
(onbep.vnw) duidt een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat bedoeld wordt:
Er was gisteren
iemand
op tv die
alles
wist over duurzame energie.
In Nederland heb
je
mooi pech met die natte zomers.
Het
regent hier altijd.
Slide 23 - Tekstslide
Let op!
Het woord
je
is onbepaald voornaamwoord als het
men
betekent.
Het woord
het
is een onbepaald voornaamwoord als het niet naar één of meer andere woorden verwijst, maar
tijd, weersomstandigheden of sfeer
aangeeft.
Het woord
wat
is onbepaald voornaamwoord als het
iets
betekent.
Maar goed, binnen is
het
dan knus en er is altijd wel
wat
(= iets) op televisie.
Slide 24 - Tekstslide
Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden in de zin:
Zulke grote wandelende takken had dat meisje nog nooit gezien.
Slide 25 - Open vraag
Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden in de zin:
Marise heeft dezelfde cowboylaarzen als die daar in de etalage.
Slide 26 - Open vraag
Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden in de zin:
Deze week hebben we hetzelfde rooster als vorige week.
Slide 27 - Open vraag
Wat is het vragend voornaamwoord in de zin:
Wie is er weleens op vakantie geweest naar Wales?
Slide 28 - Open vraag
Wat is het vragend voornaamwoord in de zin:
Welke partijstandpunten spreken jou het meest aan?
Slide 29 - Open vraag
Wat is het vragend voornaamwoord in de zin:
Wat voor kleding wilde jij aandoen naar het gala?
Slide 30 - Open vraag
Wat zijn de onbepaalde voornaamwoorden in de zin:
Iemand zei gisteren na de voorstelling dat hij nog nooit zoiets moois had gezien.
Slide 31 - Open vraag
Wat zijn de onbepaalde voornaamwoorden in de zin:
Ene Ayoub vertelde mij gisteren dat iedereen is geslaagd voor het examen.
Slide 32 - Open vraag
ZELFSTANDIG WERKEN
Wat
:
Havo: §4 opdr. 1, 3 en 4
Vwo: §6 opdr. 1, 2 en 3
Cursus 5 - Grammatica
Hoe
:
In de online methode. Je mag fluisterend overleggen.
Hulp
:
Theorie uit §4 (havo) en §6 (vwo)
Tijd
:
Tot het einde van deze les.
Klaar
:
Oefen in de online methode met de trainer.
Slide 33 - Tekstslide
Je leert aanwijzende, vragende en onbepaalde voornaamwoorden herkennen (
vwo
)
Je leert aanwijzende en vragende voornaamwoorden herkennen (
havo
)
Lesdoelen
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4.7 Grammarica
Mei 2024
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
BSR 17/01 2t Grammatica WS 7 Aanw. vnw
Januari 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Grammatica WS 7 Aanw. vnw
April 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Aanwijzend, vragend, onbepaald vnw hfst 5 VWO 1
Juni 2020
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
1VW H5 grammatica woordsoorten herhaling voornaamwoorden
Juni 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Betrekkelijke, aanwijzende, vragende en onbepaalde voornaamwoorden.
September 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
KL1P2 VNW - uitleg in de les
November 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
T2AB Cursus 5 §7 aanw vnw en §9 vr vnw
Februari 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2