Les 08-03-2021, test jezelf van paragraaf 5.1, 5.2 en 5.3
1 / 32
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Sociale zekerheid voor jongeren:
Het zusje van Rian is 14 jaar. Zij krijgt:
Het zusje van Rian is 14 jaar. Zij krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.
Slide 2 - Quizvraag
Sociale zekerheid voor jongeren:
Rian kan niet werken door een lichamelijke handicap. Ze krijgt:
Rian kan niet werken door een lichamelijke handicap. Ze krijgt:
A
kinderbijslag.
B
Wajong-uitkering.
C
bijstand.
D
studiefinanciering.
Slide 3 - Quizvraag
Hoe ontstaat het verschil tussen je bruto- en nettoloon?
Slide 4 - Open vraag
Bereken het nettoloon:
Brutoloon: €3.000, Loonbelasting: €800, sociale premies: €150.
Brutoloon: €3.000, Loonbelasting: €800, sociale premies: €150.
A
€3.950
B
€2.200
C
€2.050
D
€1.950
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Wie staat aan het hoofd van een waterschap?
A
Burgemeester
B
Commissaris van de koning
C
Dijkgraaf
D
Minister-president
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Welke organisaties handhaven de regels van de overheid? Kies de juiste antwoorden.
A
Bouwinspectie
B
KNMI
C
Politie
D
Wereld Natuur Fond
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
1 Afschaffen van de hypotheekrenteaftrek voor huiseigenaren. Besluit wordt genomen door...
A
Het rijk
B
de provincie
C
de gemeente
Slide 12 - Quizvraag
2 Aanleggen van een carpoolplaats tussen twee gemeenten. Besluit wordt genomen door...
A
Het rijk
B
de provincie
C
de gemeente
Slide 13 - Quizvraag
3 Bouw van een nieuw winkelcentrum. Besluit wordt genomen door...
A
Het rijk
B
de provincie
C
de gemeente
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat wordt betaald van sociale premies?
A
Ambtenarensalarissen
B
Politie
C
Subsidies
D
Werkloosheidsuitkering
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Welke afspraken tussen bedrijven zijn verboden, in verband met kartelvorming? Kies de juiste antwoorden.
A
Afspraken over ophalen van afval
B
Afspraken over verkoopprijzen
C
Afspraken over vrije dagen van werknemers
D
Verdeling van verkoopgebieden
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Wat wordt verstaan onder productaansprakelijkheid?
A
Consumenten moeten ervoor zorgen dat de producten geen schade veroorzaken.
B
Consumenten moeten zich houden aan de voorschriften die producenten bij de producten leveren
C
Producenten moeten ervoor zorgen dat hun producten geen schade veroorzaken.
D
Producenten moeten ervoor zorgen dat consumenten geen schade aanbrengen aan het product,
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
De uitgaven voor Sociale zaken en werkgelegenheid zijn in 2019 hoger dan in 2018. Wat is hiervoor een goede verklaring?
A
In 2019 gingen er minder mensen met pensioen
B
In 2019 maken er meer mensen gebruik van de kinderopvang
C
In 2019 waren er meer mensen ziek door de slechte economie
D
In 2019 werkten er minder mensen bij dit ministerie
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Stelling I: Ministers bepalen zelf hoeveel ze elk jaar uitgeven.
Stelling II: De minister van Financiën zorgt voor de betaling van de rente op de staatsschuld.
Welke stelling is juist?
Stelling II: De minister van Financiën zorgt voor de betaling van de rente op de staatsschuld.
Welke stelling is juist?
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Wanneer de inkomsten van het Rijk lager zijn dat de uitgaven, is er sprake van een....
A
Begrotingstekort
B
Begrotingsoverschot
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
..... zijn bedoeld om activiteiten te stimuleren die de overheid belangrijk vindt.
A
Subsidies
B
Accijnzen
