MOMG hoofdstuk 4

Wat valt onder dagelijkse lichaamshygiëne?

1. Douchen/wassen, tandenpoetsen, meerdere keren handen wassen.
2. Tandenpoetsen, parfum gebruiken, meerdere keren handen wassen.
3. Douchen/wassen, make-up aanbrengen, meerdere keren handen wassen.
4. Douchen/ wassen, meerdere keren handen wassen, nagels knippen.

Wat betekent het woord ‘gastvrijheid’?

1. Gasten bij naam noemen.
2. Gasten goed behandelen.
3. Gasten juist doorverwijzen.
4. Gasten vrijheid geven.

Als zorgverlener moet je representatief zijn. Wat betekent ‘representatief’?

1. Dat je altijd aardig en klantvriendelijk bent tegen gasten en zorgvragers.
2. Dat je de omgangsregels die in een bedrijf gelden kunt toepassen.
3. Dat je de regels in het bedrijf en alle medewerkers goed kent.
4. Dat je met je uiterlijk en gedrag laat zien dat je bij het bedrijf hoort.

Je vertelt een zorgvrager dat haar dochter vanmiddag niet kan komen, omdat ze ziek is. De zorgvrager is teleurgesteld. Op welke wijze reageert ze verbaal?

1. Ze fronst haar wenkbrauw.
2. Ze moet huilen.
3. Ze kijkt verdrietig.
4. Ze zegt ‘Oh wat jammer’.

Waar is jouw uitstraling een onderdeel van?

1. Verbale communicatie.
2. Non-verbale communicatie.
3. Mondelinge communicatie.
4. Schriftelijke communicatie.

Welke uitspraak over actief luisteren is juist?

1. Actief luisteren wil zeggen dat je actief weergeeft wat er gezegd wordt.
2. Als je actief luistert, dan vul je het verhaal van de ander aan.
3. Bij actief luisteren gaat het erom dat je snel snapt wat de ander bedoelt.
4. Bij actief luisteren let je goed op hóe iemand iets zegt.

Wat is een voorbeeld van een open vraag?

1. Komt het u uit dat ik uw kamer schoonmaak?
2. Welke schoonmaakmiddelen heeft u?
3. Wilt u meehelpen uw kamer schoon te maken?
4. Zal ik de keukenvloer dweilen?

Wat is een voorbeeld van een gesloten vraag?

1. Waarmee wilt u helpen als ik de was ga doen?
2. Wat kan ik voor u doen bij het verzorgen van de was?
3. Welke wasmiddelen gebruikt u altijd?
4. Zal ik de schone was alvast in de kast leggen?

Wat is een voorbeeld van informele communicatie?

1. Een beoordelingsgesprek met je begeleider.
2. Een gesprek tijdens de koffiepauze.
3. Een sollicitatiegesprek voor een stageplek.
4. Een vergadering op je werk.

Je werkt als baliemedewerker in een ziekenhuis. Een oude vrouw meldt zich. Wat is de beste manier om de vrouw aan te spreken?

1. Goedemorgen mevrouw, wat kan ik voor je doen?
2. Goedemorgen mevrouw, wat kan ik voor u doen?
3. Hoi mevrouw, wat kan ik voor u doen?
4. Hoi mevrouw, wat kan ik voor je doen?