Wat is een voorzetsel? Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. Meestal staat het lidwoord hier nog tussen. Je krijgt dan vz + lw + znw.
Voorzetsels zijn onder andere: voor, achter, naast, tussen, tijdens, op, in, etc.
Als je wilt controleren of een woord een voorzetsel is, kan je kijken of je het woord kan gebruiken voor de kast of de vakantie.
Kijk maar: Tijdens de vakantie ligt de pen onder de kast.