Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2bk Persoonsvorm en werkwoordelijk gezegde +n te
Start les
Leg je spullen op tafel (lesboek, etui en schrift)
Pak je boek "Spijker Zwijgen" bladzijde op het bord.
Wacht rustig af.
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Start les
Leg je spullen op tafel (lesboek, etui en schrift)
Pak je boek "Spijker Zwijgen" bladzijde op het bord.
Wacht rustig af.
Slide 1 - Tekstslide
Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:
1. De zin vragend maken
2. De tijd in de zin veranderen
3. Het aantal in de zin veranderen
De persoonsvorm is altijd een werkwoord!
Slide 2 - Tekstslide
De persoonsvorm (pv)
De persoonsvorm is
altijd
een werkwoord.
Elke zin heeft
minimaal
één
persoonsvorm.
Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm.
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde is
een zinsdeel.
Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.
De persoonsvorm is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp
‘doet’ of ‘overkomt’.
Let op: het woordje
te
voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde!
Ik heb veel
te
doen.
werkwoordelijk gezegde: heb te doen
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Hij
staat
daar
te huilen
.
Dus het werkwoordelijke gezegde is:
Slide 5 - Tekstslide
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Het
werkwoordelijk gezegde
zijn
alle
werkwoorden in een zin.
Werkwoordelijk gezegde (wwg)
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
werkwoordelijk gezegde
De voorzitter
reikt
na het toernooi
de prijzen
uit
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Rida
is
in de aula
aan het
eten
Slide 9 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
gekeken.
Het werkwoordelijk gezegde
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
Alvaro
zit
met
zijn haar
te
spelen
Slide 11 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan
Slide 12 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
gekeken.
Het werkwoordelijk gezegde
We
hebben
vanavond
een serie
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
Fatma
moet
hard
lachen
Slide 14 - Sleepvraag
Lesdoel behaald?
Slide 15 - Tekstslide
In elke zin zitten werkwoorden
Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm.
Een persoonsvorm is een werkwoord
Elke zin heeft een persoonsvorm
Slide 16 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm?
A
Een persoon
B
Geen werkwoord
C
Altijd een werkwoord!
D
Een voltooid deelwoord
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Elke vrijdagavond hang ik lekker op de bank
A
ik
B
hang
C
op de bank
D
elke vrijdagavond
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Sturen jullie ook altijd Kerstkaarten?
A
jullie
B
Kerstkaarten
C
Sturen
Slide 20 - Quizvraag
De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
De grizzlybeer kijkt naar mij.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Video
Waaruit bestaat het werkwoordelijke gezegde van een zin?
A
Het onderwerp + alle werkwoorden
B
Alle werkwoorden
C
Alle werkwoorden + lijdend voorwerp
D
De persoonsvorm + het lijdend voorwerp
Slide 24 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de onderstaande zin:
Ik heb een hele reep chocolade gegeten.
A
Ik
B
heb
C
heb gegeten
D
gegeten
Slide 25 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan
Slide 26 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
werkwoordelijk gezegde
Piet
drinkt
een blikje cola
in de pauze
Slide 27 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:
De leerlingen werken nu al twee werken thuis aan school.
Slide 28 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:
De pannenkoeken zijn helaas verbrand.
Slide 29 - Open vraag
Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu wat de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde zijn.
Slide 30 - Tekstslide
Huiswerk voor di 13 dec
Maken opdr 11 en 12 blz. 119 en 120
Slide 31 - Tekstslide
Huiswerk voor do 14 dec
Maken de zelftoetsen van Grammatica van blok 3
Slide 32 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Do 7 december Meer werkwoorden in de zin
November 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
les 2
November 2023
- Les met
12 slides
PV + O + WWG
Maart 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
onderwerp, WG, LV (Max 2.7)
Oktober 2019
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Werkwoordelijk gezegde
11 dagen geleden
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
H4 herhaling
Maart 2024
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
31-1 Grammatica zinsontleden
Januari 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1-3
Week 39-2e Les
September 2020
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2